Pionieren bij versterking Lekdijk Krimpenerwaard
AMMERSTOL. De dijkversterkingsprojecten in de Krimpenerwaard blijken pionierswerk voor waterbouwkundigen. Bij de opeenvolgende trajecten boort het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard telkens nieuwe methodes aan. Projectleider Frans de Haan: „Als er aan twee kanten van de dijk woningen staan, kun je niets met klei.”
De projectleider van de dijkversterkingen weet waarover hij spreekt. De Haan (62) werkt al 33 jaar voor het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) De laatste jaren leidt hij de dijkversterkingen langs de rivier de Lek in de Krimpenerwaard. Momenteel ligt de dijk ter hoogte van Bergambacht, Ammerstol en Schoonhoven op de operatietafel.
Reden? De dijken voldoen niet aan de veiligheidseisen. Dit constateerden inspecteurs in 1999. Bijna 11 kilometer Lekdijk –waarvan 6 kilometer tussen Bergambacht en Schoonhoven– scoorde een onvoldoende.
Streefkerk
Op sommige gedeelten bleek de dijk te laag. Maar het grootste risico lag in opdrijvingen aan de binnenkant van de dijk, vertelt De Haan. „Dat heb je enkel bij veengebieden. Onder de dijk lopen altijd waterstromen richting het land. Maar bij langdurige hoogwaterstanden kunnen ze problemen opleveren.”
Vanuit de rivier kan dan zo’n grote waterdruk ontstaan dat die, onder de dijk door, de slappe veenlaag aan de binnenzijde omhoog drukt. Animatiefilmpjes op de site dijkversterkingbas.nl laten de gevolgen hiervan zien: de dijk verliest zijn tegendruk en zakt aan de binnenzijde weg.
Het fenomeen deed zich voor het eerst voor in 1984. Bij Streefkerk, aan de overzijde van de huidige dijkversterking, ontstond toen een scheur van ongeveer 100 meter in een nieuw stuk dijk. De Haan: „Daarvóór was dit mechanisme nooit onderkend. Sindsdien hebben we hier aandacht voor gekregen en kunnen we er iets aan doen.”
Baretten
Bij de dijkversterking in de Krimpenerwaard stonden de ingenieurs in de dorpskernen voor een probleem. „Het liefst werken we met klei”, legt De Haan uit. „Daarmee verstevigen we de dijk aan de binnen- of buitenzijde. Maar als er aan twee kanten van de dijk woningen staan kun je daar niets mee.”
Die situatie speelde zowel in het recent afgeronde traject bij Lekkerkerk als momenteel bij Ammerstol, een dorpje tussen Bergambacht en Schoonhoven. De Haan: „Bij Lekkerkerk hebben we op die plaatsen voor het eerst diepwanden in een dijk geplaatst. Muren van gewapend beton, van 1 meter dik. Ze gaan 21 meter de grond in.”
Maar bij Ammerstol plaatst de aannemerscombinatie AmSchBerg –bestaande uit Van den Herik, Boskalis en Volker Staal en Funderingen– een variant hierop: een barettenscherm. „Een heel nieuw idee”, onthult De Haan. „Hierbij laten we tussen de diepwanden open ruimtes. Het werk gaat zo iets vlotter en we hoeven minder grond af te voeren. Dat betekent minder bouwverkeer en lagere kosten.”
Grondwaterstand
De projectleider toont zich om nog een andere reden voorstander van deze noviteit. „Op deze manier blijft de grondwaterstroming intact. Dat is belangrijk om de grondwaterstand gelijk te houden: anders kan de grond aan de binnenzijde van de dijk verdrogen.”
De ‘barettenconstructie’ doet overigens ook niets af aan de veiligheid, betoogt De Haan. „Tussen de diepwandkolommen krijg je een soort boogvorming in de dijkgrond.”
Scheuren
Ook op andere punten blijkt de Lekdijkversterking een continu leerproces. Zoals bij het intrillen van damwanden – eveneens een kersverse methode. Langs stukken met veel lintbebouwing in de kruin van de dijk leek dit de beste oplossing. Maar bij Lekkerkerk zorgde ze voor vervelende verrassingen. „De huizen konden er niet tegen”, verklaart De Haan. „De eerste 11 meter vanaf de kruin is een compact geheel. Onze voorouders hebben die in honderden jaren opgeworpen.”
De hevige trillingen zorgden voor heel wat scheuren, vooral in de vele niet-onderheide huizen langs de Lekdijk. De Haan: „We hebben van die situatie geleerd dat we de wanden in zulke situaties eerst zo ver mogelijk in de dijk moeten drúkken. De laatste 6 meters moeten we ze wel intrillen, in de zandgrond. Maar de drukgolven gaan dan onder de huizen door.”
Vijftig jaar
Met de dijkversterking langs de Lek neemt hoogheemraadschap HHSK het voortouw ten opzichte van de rest van Nederland. Ze vallen onder het eerste Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Voor de uitvoering ervan stelde de staat zo’n 2,3 miljard euro beschikbaar. Vanwege de nieuwe technieken volgen andere waterschappen de verrichtingen met belangstelling. Ook kwamen er verschillende buitenlandse delegaties langs.
In theorie voldoet de Lekdijk voor de komende vijftig jaar aan de veiligheidseisen. De Haan: „In dit land zullen we altijd moeten werken aan het beschermen tegen hoog water.”