Maleisië krijgt teamspeler aan het roer
Het zal even wennen zijn voor de 23 miljoen inwoners van Maleisië. Als morgen premier Mahathir Mohamad na 22 jaar opstapt, krijgen zij een heel ander persoon aan het politieke roer: Abdullah Ahmad Badawi. Waar Mahathir behoorlijk autocratisch de scepter zwaaide en de confrontatie niet schuwde, staat Abdullah bekend als een rustige man, een ”Mr Nice Guy” en als een teamspeler.
Onder Mahathir is het Aziatische land economisch tot indrukwekkende wasdom gekomen. Tegelijkertijd erft Adbullah echter een land met politiek bevorderde etnische scheidslijnen, een slechte naam op het gebied van de mensenrechten en een groeiende stroming moslims die van het multiculturele Maleisië een strikt islamitische staat willen maken.
Abdullah, nu nog vice-premier, heeft tot dusver weinig losgelaten over het beleid dat hij wil voeren. De 63-jarige hamert er wel steeds op dat de lijn van Mahathir ook zijn leidraad zal zijn. Toch verwachten velen dat Abdullah op een aantal punten zijn eigen stempel zal zetten.
Hoewel de nieuwe (aangewezen) premier nauwelijks ervaring heeft met economische vraagstukken, zal zijn beleid op dit gebied zeker tot vernieuwingen leiden. Vooral de Verenigde Staten en de Europese Unie zullen meer genegen zijn extra zaken te doen met Maleisië nu Mahathir het veld ruimt, verwachten analisten.
De scheidende 77-jarige eerste minister wist met zijn antiwesterse en anti-Joodse uitlatingen veel westerse handelsnaties in de gordijnen te jagen. Vooral de relatie met de belangrijke regionale partner Australië zal naar verwachting verbeteren. Voor Mahathir was Australië een soort kop van Jut; Abdullah is Canberra vriendelijker gezind.
Op binnenlands terrein krijgt Abdullah waarschijnlijk binnen een jaar te maken met parlementsverkiezingen. Zijn belangrijkste uitdager zal dan de radicale PAS-partij zijn, die streeft naar invoering van de islamitische wetgeving. Abdullah zal zich dan omgeven zien door enerzijds een groeiende groep radicale moslims, anderzijds een Chinese minderheid die weer economisch van groot belang is. Abdullah zal moeten tonen in dit krachtenveld overeind te kunnen blijven.
Politieke ervaring heeft de in de deelstaat Penang geboren Abdullah al voldoende. Zijn vader behoort tot een van de oprichters van de Umno, de huidige leidende partij, en dat bracht Abdullah al vroeg in contact met het openbaar bestuur. Hij trad in 1978 toe tot het parlement en hij maakte snel carrière in de gelederen van de Umno. Hij was eerder ook minister van Onderwijs, Defensie en Buitenlandse Zaken.
Vier jaar geleden kreeg Abdullah de post van vice-premier annex minister van Binnenlandse Zaken. Deze politieke promotie werd vooral mogelijk doordat Mahathir zijn politieke rivaal Anwar Ibrahim de laan uitstuurde. De toenmalige vice-premier draaide uiteindelijk de bak in wegens corruptie en sodomie, een veroordeling die onder meer door mensenrechtengroepen werd veroordeeld als een politiek gemotiveerde rechterlijke uitspraak. Anwar zit intussen zeker nog tot 2009 achter de tralies.
De kans dat Abdullah deze ook internationaal omstreden affaire poogt op te lossen, lijkt gering. Sterker nog, op het gebied van de burger- en mensenrechten is hij net als Mahathir een persoon van de harde lijn.
Met een vrije pers heeft hij ook niet veel op. Medio 1999 zei Abdullah tegen de Maleisische pers dat de vrijheid van journalisten beperkingen moet hebben. „Er is geen vrijheid voor iemand zonder enige vorm van limitering”, zei hij. Als deze opvatting zijn politiek als premier gaat domineren, verandert er voor veel gewone Maleisiërs maar bitter weinig.