Dit omdat die twee landen zich schuldig maken aan „flagrante inmenging” in de binnenlandse aangelegenheden van Zimbabwe. In een brief aan EU-voorzitter Spanje schrijft de Zimbabwaanse minister van Buitenlandse Zaken Stanislaus Mudenge dat Groot-Brittannië en Nederland in radiouitzendingen over de korte golf „anti-Zimbabwaanse propaganda” en boodschappen voor de oppositie verspreiden. Dat ontneemt die twee landen „de morele grond” om waarnemers te sturen, aldus Mudenge.

De Zimbabwaanse oppositie zegt het doelwit te zijn van intimidatie en geweld van de kant van militante aanhangers van de regering van president Robert Mugabe. De EU heeft Zimbabwe gevraagd de verkiezingswaarnemers al vanaf 1 februari toe te laten, opdat zij ook het verloop van de campagnes kunnen volgen. In zijn brief zegt Mudenge toe dat buitenlandse waarnemers zullen worden uitgenodigd, maar schrijft hij dat het stellen van een tijdsbestek „aanmatigend” is.

De ministers van Buitenlandse Zaken van de Europese Unie zullen zich volgende week maandag in Brussel over de situatie in Zimbabwe buigen. In de afgelopen twee jaar heeft de EU wegens de verslechterende mensenrechtensituatie in Zimbabwe de ontwikkelingshulp aan dat land van 30 miljoen euro naar 5 miljoen euro per jaar verlaagd. Volgens EU-functionarissen staat nu 128 miljoen euro voor de periode 2002-2007 op het spel.