Binnenland

Achter straatkrantverkoper kan bende schuilgaan

Er zijn aanwijzingen dat straatkrantverkopers uit Oost-Europa ten prooi vallen aan uitbuiting door malafide bendes.

Bert Monster

4 June 2013 22:30Gewijzigd op 15 November 2020 03:57
Een Roma uit Oost-Europa verkoopt straatkranten bij een supermarkt. beeld Dick Vos
Een Roma uit Oost-Europa verkoopt straatkranten bij een supermarkt. beeld Dick Vos

Voor het eerst in Nederland legde het openbaar ministerie in Leeuwarden een Roemeense familie vorige week ”dwang tot bedelarij” ten laste. De familieleden –onder wie een vader, moeder en twee zoons– zouden landgenoten onder valse voorwendselen naar Nederland hebben gelokt. Na aankomst moesten zij vrijwel non-stop straatkranten verkopen. Het verdiende geld verdween in de zakken van de verdachten. Een van de familieleden zou ook seksuele gemeenschap hebben gehad met een minderjarige en geprobeerd hebben een slachtoffer te vermoorden. „Als je deze zaak in een geschiedenisboekje zou lezen, zou je denken dat het over de middeleeuwen gaat”, zei de officier van justitie. Het openbaar ministerie eiste celstraffen van negen, vier en ruim twee jaar.

Het strafdossier tegen de familie bestaat vooral uit verklaringen van vijf mensen die zeggen te zijn gedwongen tot de verkoop van straatkranten. De verdachte familieleden doen alle beschuldigingen af als leugens. Volgens hen werd niemand gedwongen tot de verkoop van straatkranten.

Dure auto’s

De kwestie Leeuwarden werpt de vraag op of het verstandig is om bij de supermarkt nog langer een straatkrant te kopen van verkopers met een Oost-Europees uiterlijk. Immers, de eerste daklozenkranten werden in de jaren negentig opgericht met het doel dak- of thuislozen wat geld te kunnen laten verdienen.

Door de komst van steeds meer Midden- en Oost-Europese krantenverkopers, zouden de dakloze verkopers op sommige plekken steeds meer in de verdrukking zijn geraakt of zelfs zijn bedreigd door de nieuwkomers. Erkende Nederlandse straatkranten stelden daarom hun eigen regels op die onder meer bepaalde gebieden aanwezen waarin verkocht mocht worden.

Medewerkers van tv-programma TROS Radar gingen twee jaar geleden in diverse steden de straat op om de situatie van de straatkrantverkoop te bekijken. En wat bleek? Vaak doken er daklozenkranten op die niet in dat verspreidingsgebied verkocht mochten worden. Meestal werden deze kranten aan de man gebracht door Oost-Europeanen. Het tv-programma volgde enkele daklozen. Rond sluitingstijd verschenen er dure auto’s op het toneel die de straatkrantverkopers ophaalden. Vervolgens werden ze naar elders gereden om daar te overnachten.

Roma

„Straatmuzikanten en daklozenkrantverkopers zijn vaak Roma”, zegt Karin Wesselink, een van de auteurs van het boek ”Roemenen in Nederland” (2011). In Den Bosch probeerde ze straatkrantverkopers te interviewen, maar door de taalbarrière lukte dat niet. „Ze leken opgejaagd en keken schichtig om zich heen. Ik kreeg het idee dat ze niet te lang op één plek mochten blijven staan. Helaas is het me uiteindelijk niet gelukt om iets over hun achtergrond en beweegredenen te weten te komen. Ik kon er geen vinger achter krijgen of ze bijvoorbeeld werkten in opdracht van anderen.”

Veel stelliger is dr. D. Perie, hoogleraar Romaanse talen en culturen aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is ervan overtuigd dat de verdachte Roemeense familieleden in Leeuwarden criminele Roma zijn. „Autochtone Roemeense criminelen houden zich vooral bezig met skimmen. Zakkenrollerij, bedelen en kleine diefstal zijn typisch iets van de Roma”, stelt Perie, die in de Roemeense hoofdstad Boekarest werd geboren en ruim 35 jaar in Nederland woont.

Volgens hem heerst er in de Roma­gemeenschap nog steeds een sterke stammenstructuur. „Hoofden van familieclans hebben veel macht. Het kan zelfs zo zijn dat ze in het krijt staan bij nog hogere bazen en gedwongen worden hun familie naar Nederland te sturen. Ze bedienen zich van een criminele organisatiestructuur met allerlei vertakkingen.”

Binnen de Romagemeenschap is het volgens Perie geen uitzondering dat families hun leden naar West-Europa, waaronder Nederland, sturen om daar als straatmuzikant of verkoper van straatkrantjes aan een verkapte vorm van bedelarij te doen. „In de zaak Leeuwarden kan het gaan om een Roemeense familie die al wortel in Nederland heeft geschoten en landgenoten hierheen haalt om voor hen te werken.”

Wat drijft Roemenen en zigeuners in het bijzonder om naar West-Europa te trekken? „De rijkdom lokt hen. Bovendien gaat het er in Nederland allemaal wat milder en begripvoller aan toe dan in het thuisland, waar veel harder tegen criminaliteit wordt opgetreden.”

Uitbuiting

De gedwongen verkoop van straatkranten en bedelarij zijn een vorm van uitbuiting en vallen onder de noemer mensenhandel, zegt dr. C. Rijken, gespecialiseerd in de aanpak van mensenhandel en hoofddocent aan Tilburg University. „Het overgrote deel van deze slachtoffers wordt in het thuisland –in dit geval Roemenië– gerekruteerd door bekenden uit hetzelfde dorp of door familie. De trek naar het Westen vindt navolging in het hele dorp. Mensen die terugkeren, zullen hun negatieve ervaringen niet snel ventileren. Ze willen geen gezichtsverlies lijden. Zeker als ze in de prostitutie hebben gewerkt, zullen ze dat angstvallig voor zich houden.”

Vooral veel Roma vallen volgens Rijken ten prooi aan mensenhandel en uitbuiting door bijvoorbeeld gedwongen prostitutie. „Het zou daarom goed zijn als er binnen Europa meer werd samengewerkt tussen de verschillende overheidsdiensten en opsporingsinstanties. Daarnaast moeten de werkomstandigheden voor arbeidsmigranten verbeteren. Bovendien moeten de landen van herkomst veel meer inzetten op het tegengaan van discriminatie van de Roma en zorgen voor een betere levensstandaard voor deze groep. Roma komen slecht aan werk, hebben nauwelijks opleidingsmogelijkheden en hebben dus nog steeds een achtergestelde positie.”

Dr. Perie meent dat zigeuners vrijwillig de slachtofferrol aannemen. „Ze zijn erg op zichzelf. Ze wíllen hun kinderen niet naar school sturen, omdat ze zich daardoor zouden onderwerpen aan de overheid en op dat moment geen Roma meer zijn.”


„Armen en benen sommige slachtoffers doelbewust gebroken”

De Britse politie rolde in 2010 een smokkelaarsbende op die 168 kinderen tussen de 8 en de 15 jaar oud uit Roemenië clandestien Groot-Brittannië binnenbracht om hen in te schakelen voor een waaier aan illegale activiteiten.

De criminelen deinsden er niet voor terug om de kinderen opzettelijk te verminken. Volgens politierapporten werden armen en benen bij diverse slachtoffers doelbewust gebroken. De bendeleden geloofden dat kinderen met een handicap meer medelijden opwekken en zo meer geld ophalen tijdens het bedelen.

Ook in Roemenië kreeg het netwerk een zware klap. De Roemeense politie pakte zeventien verdachten op in de zuidelijke stad Tandarei. Rechercheurs vonden er documenten van ouders die toestemming verleenden aan de bende om hun kinderen mee te nemen over de grens. Bovendien lagen er in de huizen van de verdachten jachtgeweren, machinepistolen en grote geldsommen.

Het Roemeense dagblad Adevarul noemde Tandarei de ”Academie der bedelaars”, een stad waar het volgens de krant „wemelt” van de villa’s van miljoenen euro’s die tussen 2006 en 2009 gebouwd zijn. „De eigenaren behoren tot drie verschillende Romaclans”, aldus de krant in 2010.

In de mensensmokkelzaak werden ook Roemeense politieagenten in staat van beschuldiging gesteld: ze zouden valse papieren hebben verschaft zodat de bedelaars het land konden verlaten.


Roemenen vaakst slachtoffer mensenhandel

Volgens een rapport dat de Europese Commissie in april presenteerde, zijn Roemenen het vaakst slachtoffer van mensenhandel. De meeste slachtoffers (62 procent) worden seksueel uitgebuit, een kwart wordt gedwongen te werken. De overige 14 procent valt ten prooi aan criminele activiteiten of orgaanhandel.

Een Europese richtlijn maakt het voor EU-lidstaten makkelijker om mensenhandel tegen te gaan. De EU-richtlijn is in niet meer dan ruim een kwart van de 27 lidstaten in de wet verankerd. In Nederland ligt het wetsvoorstel momenteel in de Tweede Kamer.

Cecilia Malmström, Europees commissaris voor Binnenlandse Zaken, steekt haar teleurstelling over de traagheid van de EU-lidstaten in de aanpak van mensenhandel niet onder stoelen of banken: „Het is moeilijk voor te stellen dat in onze vrije en democratische EU‑lidstaten tienduizenden mensen van hun vrijheid worden beroofd en worden uitgebuit, met als doel ze te verhandelen om winst te maken. Dit is echter wel de harde realiteit. We krijgen te maken met mensenhandel dicht bij huis, vaak dichterbij dan we zelf vermoeden. Ik ben erg teleurgesteld dat, ondanks deze alarmerende tendensen, nog maar enkele landen de wetgeving tegen mensenhandel ten uitvoer hebben gebracht.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer