DDA-directeur A. C. Groeneveld sloot woensdag een rechtzaak niet uit. De historische luchtvaart ligt al enkele jaren overhoop met de luchtvaartinspectie. Daardoor kan de DDA met zijn oude Dakota alleen onder zeer stringente regels de lucht in. De vliegclub ondervindt daardoor forse financiële schade.

De Dakota-toestellen voldoen aan dezelfde eisen als bijvoorbeeld moderne vliegtuigen van KLM, Martinair en Transavia, aldus Groeneveld. „Toch werpen ambtenaren allerlei obstakels op waardoor wij een groot aantal vluchten niet kunnen uitvoeren.”

De DDA moet passagiers uiterlijk drie uur voor de vlucht een verklaring laten ondertekenen, waaruit blijkt dat zij zich bewust zijn van de risico’s van historische vluchten. Hierdoor kan de DDA bijvoorbeeld moeilijk deelnemen aan evenementen of sponsorvluchten uitvoeren. Het kost de DDA veel tijd en geld om alle passagiers te benaderen.

Verder mag de DDA slechts 200 uur per jaar vliegen. „Dat is veel te weinig om voldoende te trainen met de Dakota’s. Bovendien krijgen we zo niet genoeg inkomsten om alle kosten te dekken”, zei Groeneveld. Het steekt de historische luchtvaart dat een oude Junkers van Lufthansa zonder veel belemmeringen de lucht in mag, omdat dit toestel niet in Nederland staat geregistreerd.

De luchtvaartinspectie zegt dat er absoluut geen hetze tegen de DDA wordt gevoerd. „Als het om vliegveiligheid gaat, behandelen wij elke maatschappij gelijk.”

De luchtvaartinspectie ligt de laatste tijd onder vuur. De brancheorganisaties van kleine luchtvaartondernemingen en helikopterbedrijven hebben de betalingen aan de inspectie gestopt.