De eerste lessen, over de Tien Geboden, werden maandagavond in Woerden gepresenteerd. Zo’n veertig ambtsdragers die catechisatielessen geven aan gehandicapten woonden de bijeenkomst bij. Zij gebruiken nu vaak het catechisatieboekje dat ds. J. S. van der Net en M. M. Natzijl hebben geschreven voor deze doelgroep. Volgens René Hubregtse, directeur van Helpende Handen, is deze methode wat verouderd. Helpende Handen zocht naar een vervangende methode.

„In onze traditie is het verstand heel belangrijk. We willen altijd compleet en dogmatisch verantwoord zijn”, zo verwoordt Hubregtse de worsteling van de afgelopen jaren. Vijf jaar duurde het voordat de eerste lessen klaar waren. Het werkte „bevrijdend” om het idee van een methode los te laten. „Een methode wekt de indruk dat niets mag ontbreken. Daarom hebben we nu gekozen voor de vorm van losse lessen, en zijn we begonnen met de geboden. De lessen zijn niet gericht op de catecheet, maar op de verstandelijk gehandicapte. Hij of zij moet iets gaan begrijpen van wat er in de Bijbel staat.”

Bij de catechisaties voor gehandicapten wordt in de Gereformeerde Gemeenten al jaren gewerkt met de „drie g’s”: gebod, gebed en geloof. De werkgroep koos voor een losbladig systeem, zodat ook de thema’s gebed en geloof kunnen worden toegevoegd. Omdat in de doelgroep vaak met pictogrammen wordt gewerkt, is dat in de lessen ook zo.

De leerkrachten Annemarie van der Spek en Loes Coppoolse vertellen dat het moeilijk was om elk gebod concreet en kernachtig te benaderen. Met hun ervaring in het speciaal onderwijs weten ze dat de doelgroep niet meer dan één thema per les aankan.

De lessen kunnen niet gemak­kelijk genoeg zijn. Toch blijkt 
dat er in het groepsgesprek moeilijke thema’s aan de orde kunnen komen. Coppoolse was verrast toen ze de les over het derde gebod uitprobeerde in haar klas. „Het gaat dan over de namen van God. De kinderen uit mijn groep kwamen met bijvoorbeeld „Ik zal zijn Die Ik zijn zal” en „Alfa en Omega.” Dat had ik niet verwacht.”

Uit het stukje video dat Coppoolse heeft opgenomen van haar leerlingen blijkt dat zij emotioneel sterk betrokken zijn op het onderwerp. Zo vinden zij het verschrikkelijk als er gevloekt wordt. Een jongen vertelt verontwaardigd over zijn stage: „Ze gingen heel vaak vloeken. Dat is erg. Ik heb zo vaak gezegd dat het niet mag. Wel honderd keer.” Coppoolse reageert: „Dan heb jij gedaan wat je moest doen. En dan is het goed.”

Godsdienstdocent J. P. Proos, werkzaam bij Driestar Educatief, ondersteunde de leerkrachten bij theologische vragen. „Verbond was bijvoorbeeld zo’n moeilijk woord. Hoe vertaal je dat duidelijk voor de kinderen? We hebben er nu van gemaakt dat het een afspraak is. Er staat nu: „De Heere is heilig, de mensen zijn zondig. Toch maakt God een verbond met de mensen. God houdt Zich aan Zijn verbond.”