In totaal voelen 53,2 miljoen Duitsers zich verbonden aan het christendom. Van hen zijn er 24,7 miljoen lid van de Rooms-Katholieke Kerk; 24,3 miljoen van de Evangelische Kerk in Duitsland, de protestantse landskerk. Ruim 10 procent van de bevolking rekent zich tot geen enkele religie of levensbeschouwing. De meesten wonen in de voormalige (communistische) DDR, waar een derde deel zich als niet-godsdienstig beschouwt. In West-Duitsland, de vroegere BRD, ligt dit percentage op 6 procent.

De cijfers komen naar voren uit de eerste volkstelling na de hereniging, in 1989. Voor deze zogeheten census werden twee jaar geleden, op de dag van de herdenking van de val van de Berlijnse Muur (9 november), de gegevens van alle gemeentelijke basisadministraties verzameld. Daarnaast werden zo’n 10 miljoen Duitsers ondervraagd. Zij waren overigens niet verplicht op te geven tot welke religie zij behoorden. Om die reden zijn van 17,4 procent van de bevolking geen gegevens hierover bekend.

Vooral moslims, Joden, boeddhisten en hindoes vulden de vragen over religie niet in. Hierdoor kunnen de cijfers over de niet-christelijke religies in Duitsland te laag geschat zijn. Zo is het aandeel moslims volgens de census 1,9 procent, terwijl er in werkelijkheid zo’n 4 miljoen moslims in het land wonen: rond de 5 procent.

Uit de telling bleek dat Duitsland 80,2 miljoen inwoners heeft. Dat zijn er 1,5 miljoen minder dan tot dusver werd aangenomen.