Kerk & religie

„De gewraakte vraag 80”

Een „vervloekte afgoderij” noemt de Heidelbergse Catechismus de mis. In De Saambinder, het orgaan van de Gereformeerde Gemeenten, gaat ds. G. J. van Aalst uit Klaaswaal nog eens in op de „gewraakte vraag 80” van de Heidelberger.

3 June 2013 20:34Gewijzigd op 15 November 2020 03:55

„De mis leert de karikatuur dat we brood en beker moeten aanbidden en de eer geven, die alleen God toekomt. Daarom zegt de mispriester terwijl hij de ouwel omhoog heft: „Zie het Lam Gods.” Vervolgens gaat de gemeente op de knieën om te knielen voor dat stukje brood alsof het waarlijk God is. Begrijpt u nu dat het slot van antwoord 80 niet beledigend bedoeld is? Het is toch om te huiveren. Door de mis wordt de Heilige en Zijn heilige inzetting naar beneden gehaald. Het gaat dus echt over wezenlijke zaken. Is er dan teveel gezegd in de laatste vier regels waar de conclusie wordt getrokken: „En alzo is de mis in den grond anders niet dan een verloochening der enige offerande en des lijdens van Jezus Christus…”? Is dat waar of niet? Als het enige offer van Christus overgedaan moet worden, verloochenen we toch Zijn enige offer? In de roomse leer wordt de Heere Jezus –zo het mogelijk is– eigenlijk uit de hemel gehaald en in de handen van de mispriesters opnieuw geofferd. Dat is toch een belediging en miskenning?

Onomwonden hebben Caspar Olevianus en Zacharius Ursinus daarbij ook nog gezegd: „Het is een vervloekte afgoderij.” Iets wat een bakker gemaakt heeft aanbidden, dat is afgoderij. En op afgoderij –staat in Zondag 34– rust Gods toorn en vloekvonnis. Deze praktijken en deze leer zijn een gruwel voor God.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer