Dagelijks krijgt de organisatie vele jonge, pas uit het ei gekropen vogels binnen. „In bijna alle gevallen gaat het om een vogeltje dat zelf het nest heeft verlaten”, zegt beheerder Monique de Vrijer. Volgens haar wordt het nest vaak simpelweg te klein. De vogeltjes gaan dan op de grond zitten en worden daar verzorgd door hun ouders. De ouders waarschuwen de vogels als er gevaar is. „Een leerzame periode voor de vogeltjes”, zegt De Vrijer.

De beestjes kunnen dan nog niet vliegen, omdat de veren nog in de groei zijn. „Maar de vogeltjes ontwikkelen zich razendsnel. Als er niks aan de hand is, laat ze dan gewoon lekker zitten”, adviseert De Vrijer. „En beste katteneigenaren, hou uw huisdieren een paar dagen binnen als er een nestje uitgevlogen is in de (buur)tuin.”

Als er echt iets mis is, kunnen de vogels uiteraard altijd naar de opvang worden gebracht, benadrukt De Vrijer. Mensen kunnen de stichting Vogelklas ook bellen voor advies.