Al–Duri zou aanslagen coördineren die worden gepleegd door buitenlanders alsmede door aanhangers van het verdreven regime van president Saddam Hussein.

Al–Duri was in dat regime vice–voorzitter van de regerende Commandoraad van de Revolutie. Op de lijst van meest gezochte medewerkers van het voormalige regime staat de generaal op de zesde plaats.

De theorie over de betrokkenheid van al–Duri komt naar verluidt van verhoren van gevangenen in Irak die in of rond Mosul werden opgepakt. Onder hen is een voormalige secretaris van al–Duri en zijn voorts leden van een kleine, Iraakse, terroristische strijdgroep, Ansar al–Islam.

De Amerikanen die Irak ondanks afkeuring door de VN in maart en april hebben veroverd, stellen voortdurend dat het gewelddadige verzet het werk is van ex–aanhangers van Saddam Hussein of niet Iraakse fundamentalistische strijders. Daarmee wordt gesuggereerd dat de Irakezen over het algemeen geen verzet plegen tegen de verovering van hun land door Amerikaanse en Britse troepen.