Promovenda Myriam Klinker: „Pastorale brieven kennen missionair motief”
KAMPEN. De pastorale brieven van Paulus sporen aan tot onderschikking van de vrouw aan de man, in overeenkomst met de algemene sociale omgangsvormen van destijds. „Het is misschien te veel onderbelicht dat een belangrijk motief daarbij missionair van aard was”, zegt Myriam Klinker-De Klerck.
De docente aan de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt in Kampen (TUK) verdedigt volgende week vrijdag haar proefschrift ”Herderlijke regel of inburgeringscursus? Een bijdrage aan het onderzoek naar de ethische richtlijnen in 1 Timoteüs & Titus”. De van oorsprong Belgische rooms-katholieke (1975) is de eerste vrouwelijke promovenda aan de TUK.
Centrale vraagstelling in de dissertatie is niet de man-vrouwverhouding zelf, maar of de zogeheten pastorale brieven een herderlijke instructie van Paulus aan zijn medewerkers Timotheüs en Titus zijn, zoals de brieven zichzelf presenteren, dan wel documenten uit een latere tijd die onder de naam van Paulus aansporen tot een „burgerlijke” levensstijl voor christenen.
De laatste opvatting werd vanaf de negentiende eeuw gemeengoed onder invloed van het historisch-kritisch onderzoek. Doordat een spoedige wederkomst van Christus uitbleef, zou de behoefte zijn ontstaan aan een meer blijvende plek voor christenen in de samenleving. De ethische richtlijnen weerspiegelen dat en zouden bedoeld zijn als een soort „inburgeringscursus”, een aansporing om zich te voegen naar de geldende sociale omgangsvormen. De oproep tot onderschikking van de vrouw aan de man zou daar een voorbeeld van zijn, en niet overeenkomen met de ‘echte’ Paulus, die leert dat in Christus geen mannelijk of vrouwelijk is.
Drs. Klinker concludeert echter dat de richtlijnen die in 1 Timotheüs en Titus gegeven worden weliswaar goed aansluiten bij wat sociaal gangbaar was, maar dat de motiveringen daarbij niet wijzen op de situatie van een kerk die de hoop op een spoedige wederkomst van Christus heeft losgelaten en zich opmaakt voor een rustig en ongestoord leven. „Integendeel, de motiveringen wijzen erop dat juist het missionaire elan volop leefde.”
Op het punt van de man- vrouwverhouding laat Klinker zien dat er duidelijke parallellen zijn tussen de richtlijnen uit 1 Timotheüs en Titus en die uit 1 Korintiërs, een brief die wel door alle onderzoekers aan Paulus wordt toegeschreven. Er zijn ook verschillen, maar die vallen goed te verklaren: in de pastorale brieven richt Paulus zijn instructie aan directe medewerkers, maar in de meeste andere brieven richt hij zich rechtstreeks tot een hele gemeente die met vragen kwam. De docente geeft echter geen uitsluitsel over de vraag of de brieven daadwerkelijk door Paulus geschreven zijn.
Is dat belangrijk voor uw persoonlijke geloofsovertuiging?
„Ik zou het mooi vinden als ze van Paulus zijn. Maar mijn persoonlijk geloof staat of valt er niet mee. Wel met thema’s als verzoening en de unieke betekenis van Jezus Christus. Dit is wat mij aantrok in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Ik zag in het rooms-katholicisme in België een ‘horizontaal’ denken, waarin Christus vooral een moreel voorbeeld was. Maar sterke morele voorbeelden zijn er legio.”
Eerder schreef u stukken voor de generale synode over de vragen rond de positie van de vrouw in de kerk. Welke consequenties heeft uw proefschrift voor de huidige discussie daarover?
„Mijn onderzoek is niet gericht op deze kwestie. Wel heb ik geconcludeerd dat Paulus verschillende argumenten geeft voor zijn ethische aansporingen, onder meer voor de vraag aan vrouwen om zich te onderschikken aan hun mannen. Een daarvan is dat hij op de scheppingsorde wijst. Een ander is missionair: christenen moeten geen aanstoot geven aan hun omgeving, en dus moeten ook christelijke vrouwen gehoorzamen aan hun man. Precies hetzelfde zegt de apostel als het over de gehoorzaamheid van slaven aan hun meester gaat. Paulus zelf hanteerde een vergelijkbare missionaire strategie wanneer hij de joden een jood en de Grieken een Griek werd. Juist daarom moeten we misschien heroverwegen wat tegenwoordig missionair wijs is. Nu leven we in een maatschappelijke context waarin het juist aanstoot geeft als vrouwen uit gezaghebbende posities geweerd worden. Paulus’ verwijzingen naar de schepping zijn niet onbelangrijk, maar ik denk dat zijn missionaire argument te veel onderbelicht is gebleven. Men moet het geheel van de motiveringen bekijken.”
En wat is dan de conclusie?
„Daarop heb ik het antwoord nog niet. Dat is ook niet iets wat ik alleen kan uitmaken, dat doen we als kerkverband gezamenlijk, in gebed en bij een open Bijbel.”