Ook in Damascus zitten de opstandelingen in het nauw en ook daar zoeken ze steun van buiten Syrië. De roep om hulp komt kort nadat het Europese wapenembargo afliep. De lidstaten kunnen zelf besluiten wanneer ze wapens gaan verkopen. Nederland doet dat in elk geval niet.

President Bashar al-Assad was donderdag daarentegen in een beste stemming en constateerde dat zijn leger enkele „grote overwinningen” had behaald en dat zijn militairen nu de overhand hebben in het conflict.

Ondertussen blijft het onzeker of er een internationale vredesconferentie komt. Rusland, de Verenigde Staten en de Verenigde Naties overleggen op 5 juni in Genève over hoe ze een conferentie voor Syrië van de grond kunnen krijgen.

Terwijl Assad zijn medewerking aan de conferentie heeft toegezegd, stelden de verdeelde groepen die tegen het regime in Damascus vechten donderdag nieuwe eisen voordat ze aanschuiven. Ze hadden al geëist dat eerst wordt afgesproken op welk moment president Bashar al-Assad van het politieke toneel verdwijnt. Donderdag kwam daar de eis bij dat de strijders van de Hezbollah het land moeten verlaten.

De Libanese krant Al-Akhbar publiceerde donderdag delen van een interview van televisiezender al-Manar met Assad waarin deze de omstreden levering van moderne luchtafweerraketten bevestigde. De dictator zou daarin hebben laten weten dat de eerste luchtafweerraketten uit Rusland waren gearriveerd. „De rest van de bestelling komt snel”, verklaarde hij. Het interview werd donderdagavond uitgezonden maar Assad zei daarin niet letterlijk dat er al raketten waren gearriveerd.

Assad meldde dat als er aan de conferentietafel in Genève iets mocht worden bereikt, hij dit altijd in referendum aan zijn volk zou voorleggen. Verder verdedigde hij de aanwezigheid van strijders van het Libanese Hezbollah aan het front bij de stad Qusair.