Drie kwartier voor het slot stond de Dow-Jonesindex 0,4 procent hoger op 15.366,45 punten. De S&P 500-index steeg 0,6 procent tot 1658,94 punten en de Nasdaq won 0,9 procent tot 3498,24 punten. Woensdag leverden de indices tot 0,7 procent in. Beleggers vreesden toen voor een snelle afbouw van het steunprogramma, dat bestaat uit het opkopen van obligaties ter waarde van 85 miljard dollar per maand.

Uit een tweede raming blijkt dat ’s werelds grootste economie in het eerste kwartaal met 2,4 procent is gegroeid. Economen gingen ervan uit dat de herziening gelijk zou blijven aan de 2,5 procent in de eerste raming. „Het voornaamste van de nieuwe statistiek is, dat de neiging om het programma door te laten lopen zal blijven. Zolang die perceptie er is, zal dat positief uitpakken voor beleggingen. Daarom zien we de koersen stijgen”, aldus een handelaar.

Positief was dat de consumentenuitgaven in het eerste kwartaal zijn gestegen. Amerikanen gaven 3,4 procent meer uit dan in het vierde kwartaal van 2012, waar marktkenners op een toename van 3,3 procent rekenden. De consumentenbestedingen zijn goed voor ongeveer 70 procent van de Amerikaanse economie.

Een uur voordat de aandelenmarkten openden werd bekendgemaakt dat vorige week 354.000 Amerikanen voor het eerst een aanvraag voor een werkloosheidsuitkering indienden. Economen rekenden vooraf op 340.000 aanvragen.

Bankaandelen behoorden tot de sterkste stijgers. Bank of America voerde met een koerswinst van bijna 3 procent de Dow aan. Apple steeg 2 procent. Het technologieconcern gaat delen van een goedkopere versie van de iPhone laten maken door Petragon. Analisten zien het als een eerste stap om minder afhankelijk te worden van het Taiwanese Foxconn, dat veel problemen kende bij de levering van onderdelen van de iPhone 5.