Kerk & religie

Boekenveiling De Roo: oudvaders onder de hamer (fotoserie)

Alleine, Ambrosius, Barueth, Bayly, Burmannus, Calvijn, Da Costa. Wel 500 oudvaders en niet-oudvaders kwamen zaterdag onder de hamer bij de boekenveiling van anti­quariaat De Roo.

Enny de Bruijn
30 May 2013 12:09Gewijzigd op 15 November 2020 03:51
De boekenveiling van De Roo in Hardinxveld-Giessendam. Beeld Cees van der Wal
De boekenveiling van De Roo in Hardinxveld-Giessendam. Beeld Cees van der Wal

Terwijl de veilingbezoekers binnendruppelen maakt boekhandelaar, antiquaar en veilingmeester Bart de Roo een praatje met deze en gene. Aan de zijkant van de zaal staan kasten met boeken. Voor de veiling begint mag iedereen ze vastpakken, erin bladeren, eraan ruiken en voelen om de koopwaar te testen. Een deel ervan komt uit eigen voorraad, vertelt De Roo, een deel is ingekocht en opgespaard voor de veiling. Ze zijn afkomstig uit nalatenschappen, uit inkoop bij predikanten en verzamelaars, uit de handel in antiquarische boeken.

De bezoekers zijn uiterst stemmig gekleed: donkergrijs, donkerblauw en vooral zwart. Maar er is ook een man met een baard, en even verderop een vrouw in een broekpak – die laatste komt namens de bibliotheek van de Vrije Universiteit, en koopt indien nodig meteen in voor andere universiteitsbibliotheken. Verder zijn er kleine en grote boekhandelaren, predikanten, wetenschappers, liefhebbers van oudvaders, thuislezers, verzamelaars. Alles bij elkaar wel een stuk of zeventig mensen, vooral oudere mannen.

Er komen weinig nieuwe ver­zamelaars bij, zo is het algemene gevoelen, de prijzen voor antiquarische boeken lijken in elk geval niet te stijgen en –dit komt er bij sommigen met enig heimwee uit– het bieden is ook minder spannend dan vroeger, bij de veilingen van Bolland in Amsterdam.

Niettemin kiezen alle aanwezigen er op deze mooie, zonnige zaterdag voor om urenlang op een harde stoel in een zaaltje van het Hervormd Centrum in Hardinxveld-Giessendam te gaan zitten. De gordijnen zijn dicht –uiteraard om de kwetsbare perkamenten bandjes niet aan te veel zonlicht bloot te stellen– en de temperatuur loopt tijdens de veiling langzaam op. Maar dat deert de liefhebbers allemaal niet, het gaat tenslotte om het verwerven van de felbegeerde boekjes. En om het goede gesprek met gelijkgezinden in de pauzes.

Achter elke klant schuilt een eigen verhaal. Zo is er mejuffrouw W. Ch. Taverne, op leeftijd al, maar desondanks uit Hoogeveen naar Hardinxveld gereisd. Vroeger kocht ze in voor de eigen boekhandel Horizont, en nu is ze nog altijd op zoek naar „boeken tegen de antichrist.” Rond dat thema –„het gaat hard om hard, een strijd op leven en dood”– heeft ze veel gepubliceerd in het blad dat ze zelf verspreidt. „Af en toe koop ik nog een boek, afhankelijk van het budget – maar dat is niet meer zo groot.”

Verder is er T. Donk, die vroeger „in de houtbewerking” zat en nu gepensioneerd is. Hij bezit duizenden boeken: „Mijn huisje staat er vol mee. Ik lees er veel in, maar je moet me maar niet overhoren.” Hij verzamelt vooral oudvaders, maar ook wel geschiedenis en dichtkunst. Uit zijn hoofd citeert hij Willem Sluiter, waarin hij thuis net aan het lezen is: „Waer yemand duysent vreugden soek/ Mijn vreugd is in dees’ achter-hoek.”

Bij A. Verschoor, kraanmachinist van beroep, blijkt het verzamelen grote invloed te hebben gehad op zijn levensloop. „Die boeken zijn voor mij bakens in zee. Ik ben in een gewoon hervormd gezin opgegroeid, maar inmiddels zijn we oud gereformeerd geworden en de televisie is de deur uitgegaan.” Hij leest zowel voetianen als cocce­janen, vertelt hij, want je moet je nooit aan één dominee vastklemmen, dan word je te eenzijdig. Maar behalve van preken houdt hij ook van kunst en geschiedenis. En van oude geluidsbanden. „Het is ook een beetje nostalgie.”

Exact om één uur begint de veiling. De Roo, in hemdsmouwen en met een toenemende blos op de wangen, hanteert vaardig de hamer. Achter elkaar door: „Ik heb hier een bod van 70 euro, wie biedt er meer, 80 in de zaal, 90 bij mij, 90 euro, 100 euro hier vooraan, niemand meer?” Er zijn schriftelijke bieders (die vooraf gemaild hebben), internetbieders (zelfs eentje uit Jeruzalem) en bieders in de zaal (die eenvoudig een wit bordje met een nummer omhoogsteken).

Heel spannend is de veiling niet: er wordt nauwelijks tegen elkaar opgeboden, veel boeken gaan weg voor de prijs van het eerste bod en een flink deel wordt ook helemaal niet verkocht – maar dat is normaal volgens De Roo. „Er is nog twee weken naverkoop van onverkochte kavels: voor 80 procent van de laagste richtprijs kunnen klanten deze titels nog na afloop aanschaffen.”

De spanning stijgt even als een grote doos met 61 delen Matthew Henry, uit 1741, verkocht wordt voor 3200 euro. Maar voor de kleinere beurs is er ook genoeg te halen: Van der Groe of Lodenstein voor een paar tientjes, Koelman voor 80 euro. De dogmatiek schrijvende vrouwen uit de achttiende eeuw (Elisabeth van Harwaerden en Jacoba Helena Burghout) blijven liggen. Verrassender: ook niemand wil Hellenbroek, of Groene­wegen, of Revius.

Rond een uur of drie is het pauze. De bezoekers strekken de benen, halen koffie, en belanden alweer in een diepgravend gesprek over de waarde van oudvaders. Dat hoort er hier bij: de kostbare inhoud van de boeken benadrukken. Maar, zegt Donk: „Al die grote verzamelaars, dominee Dorsman, dominee Van der Haar, ze hebben het allemaal moeten achterlaten. En als een mens Matthew Henry heeft, en Ambrosius, en Brakel, en nog een paar, dan heeft hij eigenlijk genoeg.”

Waarom de verzamelaars daar dan niet tevreden mee zijn, of zich niet behelpen met een overdrukje of een kopietje? Dat blijft een moeilijke vraag. Een van de bezoekers koestert een boekje dat hij net gekocht heeft: „Ik had wel tot 1000 euro willen gaan!” Maar even later komt hij teruglopen: „Zet dat toch maar niet in de krant…”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer