Al 400 geschillen voor scheidsrechters bouwfraude
Van de 1100 ingediende zaken rond de bouwfraude heeft de Raad van Arbitrage er voorlopig vierhonderd in behandeling genomen. Dat kunnen er nog meer worden. Dat heeft secretaris J. van Eimeren van de Raad woensdag gezegd.
Het aantal geschillen dat bij de Raad voor behandeling is neergelegd, is veel groter dan eerst werd gedacht. De eisers zijn, op een enkele particulier na, overheden die op basis van de door klokkenluider A. Bos bijgehouden boekhouding menen te veel te hebben betaald voor bouwwerken die zij indertijd hebben aanbesteed. Dat teveel willen ze terug van de aannemer die het werk heeft uitgevoerd of van de aannemers die bij de mogelijke prijsopdrijving betrokken zijn geweest.
Normaal gesproken kan de Raad per jaar ongeveer achthonderd vonnissen verwerken. Met de aangiftes van nu erbij moet dit scheidsgerecht voor de bouw het dubbele aantal verwerken. Het is nog onduidelijk hoelang de afhandeling van al die zaken gaat duren. Er komt per geschil eerst een antwoord van de aangeklaagde aannemers, vervolgens een weerwoord van de gemeente, provincie of het waterschap dat de klacht heeft ingediend en daarop antwoordt de aannemer dan weer. Dan moet een groepje aangestelde scheidsrechters het definitieve oordeel vellen.
Het wordt volgens Van Eimeren des te gecompliceerder wanneer aannemers hun eigen advocaten straks meenemen of wanneer een zaak gericht is tegen een aantal partijen die zich stuk voor stuk willen verweren.
De eisende partij moet een waarborg storten wanneer zij een zaak aanhangig maakt. Daarvan moet alles aan administratie en het werk van de scheidsrechters betaald worden. Als de aangeklaagde partij ongelijk krijgt, draait die op voor de kosten en daarnaast nog eens voor het schadebedrag dat is bepaald.
Het is volgens Van Eimeren nog niet zeker of alle in behandeling genomen geschillen ook daawerkelijk tot een zaak leiden. „Het kunnen er minder worden als dezelfde kwestie ook voor de gewone rechtbank komt. Het kunnen er ook veel meer worden dan de vierhonderd tot nu toe.”