Hollandse nieuwe wordt gevangen door Noorse, Deense en Schotse vissers in de wateren ten noorden van Denemarken en komt aan land in Skagen. In de havenstad in het uiterste noorden van Denemarken is deze dagen de top van de Nederlandse haringhandel aanwezig, inclusief voorman Luc Ouwehand uit Katwijk, oud-eigenaar van visbedrijf Ouwehand.

Het besluit om de opening van het haringseizoen –en dus de traditionele veiling van de eerste Hollandse nieuwe in Scheveningen– te verschuiven van 5 naar 19 juni was woensdag niet makkelijk. Maar de haring is niet vet genoeg.

Hoe komt dat?

Ouwehand: „Op het menu van de haring staat plankton. Dat is, door het weinige zonlicht van de laatste weken, te langzaam gegroeid. Door gebrek aan voedsel is de haring dus een stuk minder vet. De aanvoer van de laatste dagen is niet geschikt om voor Hollandse Nieuwe door te gaan. Het vetgehalte moet minimaal 
12 procent zijn, oplopend naar 
18 à 20 procent.”

Maar de opening is pas volgende week woensdag.

„We hebben zes dagen goede aanvoer nodig om het seizoen te kunnen starten. Dat lukt dus niet meer. Als we nu zouden doorzetten en toch mindere haring op de markt zouden brengen is de schade veel groter dan bij uitstel. Het is een volwassen besluit. En de natuur kun je niet dwingen.”

Hoe groot is de schade?

„Alles en iedereen staat in de startblokken. De totaal toegestane vangsthoeveelheid van Noordzeeharing voor consumptie is voor 2013 478.000 ton. Daarvan wordt 30.000 ton verwerkt tot nieuwe haring. Dat zijn 200 miljoen haringen. Die moeten worden aangevoerd, verwerkt, vervoerd en verkocht. Daar zijn veel mensen bij betrokken. Die moeten nu even in de wacht.”

Kan de consument wachten?

„Mensen begrijpen dit besluit. Wij gaan voor kwaliteit. Dat is straks een extra verkoopargument. Als de haring er eenmaal is, zien we altijd een geweldige piek in de afzet.”

Hoe moet het nu met al die aangekondigde haringparty’s?

„Gewoon door laten gaan. Desnoods met haring van vorig jaar. Beter een goede oude dan een slechte nieuwe.”