Ook in Middelharnis woonden adamskinderen
Titel:
J. C. Troost en C. den Braber, ”Geweid bij de stromen, 1928-2003, 75 jaar Gereformeerde Gemeente Middelharnis”
ISBN 90 80741 62 0
Pagina’s: 368
Prijs: € 29,95; te bestellen bij Boekhandel Van der Boom te Sommelsdijk, tel. 0187-482614, e-mail vanderboom@gofree.nl. De titel van het boek ”Geweid bij de stromen”, dat de geschiedenis van de gereformeerde gemeente van Middelharnis beschrijft, is ontleend aan Ezechiël 34:13: „En Ik zal ze uitvoeren van de volken, en zal ze vergaderen uit de landen, en brengen ze in hun land; en Ik zal ze weiden op de bergen Israëls, bij de stromen en in alle bewoonbare plaatsen des lands.”
De samenstellers van dit gedenkboek, de heren Troost en Den Braber, hebben geprobeerd de woorden die ds. G. H. Kersten eenmaal sprak bij het in gebruik nemen van een nieuw kerkgebouw van de gereformeerde gemeente van Dirksland voor ogen te houden: „Werde Gods kerk in het algemeen geschonken, de knie te buigen, om te belijden de schuld is onze en onzer Vaderen, misschien dat het God behagen mocht, Juda’s steên te herbouwen uit het stof.”
Dakloos
We kunnen in dit boek het ontstaan van de plaatselijke gemeente lezen. Na 1869, het jaar van de vereniging van afgescheidenen en kruisgemeenten, werd een aantal mensen kerkelijk dakloos. Sommigen van hen gingen de reis naar Dirksland maken. Soms waren de weersgesteldheden zo bar, dat zij de kerkdiensten moesten verzuimen. Na veel wederwaardigheden lezen we in de notulen van de classis Rotterdam dat Dirksland verzocht te Middelharnis een zelfstandige gemeente te institueren. Na toestemming van de classis werd dat werkelijkheid op 24 juni 1928.
In de 75 jaar van haar bestaan hebben vijf predikanten de gemeente gediend: respectievelijk de predikanten G. Zwerus, G. Mouw, Th. van Stuyvenberg, H. Ligtenberg en J. Karels. Van dit vijftal is alleen ds. J. Karels nog in leven. Ze hebben allen hun werk gedaan, ieder met de gaven die de Heere hen gegeven had. Het zal voor de een wel eens makkelijker geweest zijn dan voor de ander. We kunnen op bladzijde 283 lezen hoe een van de inmiddels overleden predikanten de kritiek die sommigen op zijn prediking hadden, maar moeilijk kon verwerken. Ook in deze gemeente hebben, zoals overal, kinderen van Adam gewoond en dat zal zo blijven zolang ze mag bestaan.
Fonteinen des heils
Veel mensen hebben kortere of langere tijd Gods Kerk mogen dienen. Al hun namen kunnen hier niet genoemd worden. Ik wil een uitzondering maken voor ouderling Ph. Vijfhuize, die eerst 28 jaar de gemeente van Dirksland diende. In vacante tijden heeft hij vaak driemaal op een zondag een preek gelezen. Van 1928-1933 was hij ouderling in de jonge gemeente van Middelharnis. Toen brak voor hem de tijd aan dat hij, naar het woord door ds. De Blois op het graf gesproken, geen Kerst, geen Pasen, geen Pinksteren meer viert, maar dat zijn ziele water mag scheppen uit de fonteinen des heils.
Eenmaal heeft ds. L. Boone tegen de commissaris van de Koningin van Zeeland gezegd: „Het sieraad dat aan deze gemeente is, zijn verbroken en verslagen zielen.” Dat is ook in deze gemeente gelukkig het geval geweest. Het is heel belangrijk dat daar in een herdenkingsboek op gewezen wordt. Juist voor de volgende geslachten kan het goed zijn dat in het bijzonder het werk Gods in harten van verloren zondaren naar voren komt. Dat is in dit boek gelukkig gebeurd. Niet om aan protestantse heiligenverering te doen, of om Gods kinderen op een voetstuk te plaatsen, maar vanwege het beschrijven van de grote daden Gods in het leven van nietige mensen. De vraag uit de psalmberijming van Datheen „Ach! waar mag de genade des ouden tijds wezen, Die Gij David toezeid, naar Uw waarheid geprezen?” mag wel gesteld worden, en helaas niet alleen in deze gemeente.
Dit fraai uitgevoerde boek wil ik hartelijk ter lezing aanbevelen.