Cultuur & boeken

Toch geen revolutie

Titel:

Kees de Groot
29 October 2003 13:34Gewijzigd op 14 November 2020 00:40

”Een politieke aardverschuiving”
Auteur: Robbert Coops, Cees van der Eijk, Peter Kramer en Ben Pauw (red.)
Uitgeverij: Kluwer, Alphen aan de Rijn, 2003
ISBN 90 13 00694 9
Pagina’s: 240
Prijs: € 27,50. De Tweede-Kamerverkiezingen van 2002 en 2003 kennen hun weerga niet in de Nederlandse geschiedenis. Ontevreden kiezers lieten massaal hun stem horen. Nooit veranderden zo veel kamerzetels van eigenaar. De gevestigde politieke orde wankelde op haar benen. Een ware revolutie. Bij nader inzien blijkt dat echter mee te vallen.

Normaal gesproken houdt iedere schoenmaker zich bij zijn eigen leest. In verkiezingstijd verandert dat. Opeens heeft iedereen verstand van politiek. Jan en alleman doen pogingen het kiezersgedrag te verklaren. Zeker als dat gedrag zo opzienbarend is als bij de spectaculaire verkiezingen van 2002 en begin dit jaar.

De verschillende commentatoren laten hier en daar echter wel eens een steekje vallen. In de essaybundel ”Een politieke aardverschuiving” beschrijven Wouter van der Brug en Cees van der Eijk enkele hardnekkige misverstanden. Hun doel daarbij is „nuances aan te brengen bij een aantal welhaast onomstreden ’inzichten’.”

Zo’n misverstand doet zich onder andere voor bij de grote wisselingen in kiezersgunst in het afgelopen decennium. Bij de verkiezingen van 1994 verloor de PvdA 8 procent van de stemmen, het CDA 13 procent. VVD en D66 boekten grote winst. De grootste veranderingen hadden echter plaats in 2002 toen de regeringspartijen PvdA, VVD en D66 samen 27 procent van de stemmen verloren en de slechts drie maanden daarvoor opgerichte LPF binnenkwam met 17 procent van de stemmen, registreren Van der Brug en Van der Eijk. Een jaar later verloor de LPF alweer tweederde deel daarvan en herstelde de PvdA zich in belangrijke mate.

Gezien deze enorme verschuivingen van kiezers in het laatste decennium, ligt het voor de hand te concluderen dat de Nederlandse kiezer op drift is geraakt. Gijs Korevaar, chef van de politieke redactie van de Haagsche Courant trekt die conclusie dan ook in zijn bijdrage aan het boek. „De kiezers trekken van partij naar partij. De ene keer stemmen ze op het rood van de PvdA, dan weer op het blauw van de VVD of het groen van het CDA. Of de mensen stemmen op iets nieuws, iets fris, iets anders. (…) De schommelingen in kiezersgunst zijn steeds groter geworden”, stelt hij, „en dat proces zal alleen maar door blijven gaan.”

Niet willekeurig
Maar dat betekent nog niet dat kiezers willekeurig van partij naar partij springen, menen Van der Brug en Van der Eijk. Kiezers zien geen grote ideologische verschillen meer tussen partijen, betogen de twee wetenschappers. „En dat leidt ertoe dat velen van hen een zekere voorkeur hebben voor meerdere partijen waartussen zij twijfelen. Onder zulke omstandigheden kunnen kleine gebeurtenissen, zoals het optreden van de lijsttrekker, ertoe leiden dat de keuze net even anders uitvalt, zonder dat er sprake is van grote veranderingen in de waardering voor de betreffende partijen.”

Het enorme verlies en de grote winst van de PvdA in 2002 en 2003 beelden dat goed uit. „De PvdA was in 2002 bij veel van haar voormalige kiezers in de rangordening van voorkeuren van de eerste naar de tweede plaats gezakt”, analyseren Van der Brug en Van der Eijk. „Omdat we nu eenmaal slechts één stem kunnen uitbrengen, leidde dit tot een gigantisch verlies in 2002. Maar dat verklaart eveneens waarom de PvdA een groot deel van deze kiezers zo snel weer kon terugwinnen.” Overigens maken de auteurs niet duidelijk wat de afgelopen jaren de grootste concurrent van de PvdA was.

Een eveneens hardnekkige misvatting is het idee dat kiezers zich vooral laten leiden door uiterlijkheden en toevalligheden. Van der Brug en Van der Eijk tekenen op dat onderzoek van de politicoloog Hans Anker laat zien „dat er geen enkele lijsttrekker is die in allerlei groepen van het electoraat extra stemmen voor zijn of haar partij wint of verliest. Onder sommige groepen worden, aantoonbaar dankzij de lijsttrekker, extra stemmen gewonnen, maar tegelijkertijd worden in andere groepen, dankzij diezelfde lijsttrekker, weer stemmen verloren.”

Van der Brug en Van der Eijk concluderen daaruit dat het zonder meer toeschrijven van verkiezingsresultaten aan de uitstraling van de lijsttrekker geen echte verklaring is. Waarmee ze overigens niet willen zeggen dat de lijsttrekker er helemaal niet toe doet. Deze is echter slechts van belang als „de kiezer zich geplaatst ziet voor een situatie waarin twee partijen elk ongeveer even aantrekkelijk zijn en er toch maar op een daarvan kan worden gestemd.”

De PvdA heeft volgens veel commentatoren bij de verkiezingen van begin dit jaar geprofiteerd van het uiterlijk van lijsttrekker Bos, maar dat was volgens evenzovelen niet de doorslaggevende reden voor de verkiezingswinst. „De PvdA heeft een herkansing gekregen, vanwege getoond nieuw elan met een nieuwe lijsttrekker”, zegt oud-ambtenaar Jaap Wijnhoud in zijn essay, „maar ook omdat de voorgaande periode nou ook niet was wat de kiezer bedoelde.”

Scribent Peter Kramer denkt dat de strategie van permanent campagnevoeren, op straat tussen de mensen zijn, de belangrijkste oorzaak voor het succes was. Evenals in vroeger tijden bleek het voortdurend kiezerscontact tijdens de PvdA-campagne ”Meer rood op straat” veel stemmen op te leveren.

Gedateerd
”Een politieke aardverschuiving” bevat voor de geïnteresseerde kiezer verhelderende inzichten in de politieke situatie rond de Tweede-Kamerverkiezingen van 2002 en 2003. Diverse ingesleten misverstanden worden door auteurs rechtgezet. Zo wijst hoogleraar Rinus van Schendelen, betrokken bij de formatie in Rotterdam na de grote winst van Leefbaar Rotterdam, erop dat de zogeheten ”nieuwe politiek” bij nader inzien toch veel oude, vertrouwde trekjes vertoont.

Een slordigheidje in het boek is de onvolledige bijlage ”Over de auteurs”. Bijna de helft van de scribenten ontbreekt in het lijstje. Dat zal in het geval van Trouw-journalist Willem Breedveld wellicht niet veel problemen opleveren, maar niet iedere lezer weet uit zijn hoofd wie Annemarie van Elfrinkhof is.

Fundamenteler is echter de gedateerdheid van de essaybundel. Het voorwoord van het boek, dat op 9 september is aangeboden aan premier Balkenende, dateert al van april, bijna een halfjaar daarvoor. Een hoofdstuk over de PvdA eindigt al filosoferend over de kabinetsformatie tussen CDA en PvdA, terwijl er inmiddels al lang en breed een nieuw kabinet is met CDA, VVD en D66.

In de inleiding verantwoordt de redactie zich voor de verlate publicatie. De opzet van het boek was aanvankelijk gericht op de verkiezingen van 2002. De val van het kabinet-Balkenende leidde ertoe dat de inhoud werd aangepast en geactualiseerd tot en met de verkiezingen begin dit jaar.

Hoewel „het verleidelijk was ook nog de resultaten van de kabinetsformatie in het boek te verwerken”, heeft de redactie daarop niet willen wachten. Waarom de publicatie van het boek toch pas in september plaatsvond, blijft onduidelijk. Het zou beter zijn geweest de kabinetsformatie wel te verwerken in het boek. Aangevuld met geactualiseerde onderzoeksgegevens zou het boek dan meer aanspraak kunnen maken op de aanprijzing op de achterflap: „Een onmisbaar tijdsdocument van een ongekende episode in de Nederlandse politiek.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer