De opheffingsnorm voor scholen gaat niet naar honderd leerlingen, zo stelt de bewindsman woensdagmiddag bij de presentatie van zijn plannen voor kleine scholen in het Zeeuwse Wolphaartsdijk. Dekker legt de verantwoordelijkheid voor samenwerking in handen van de scholen zelf. Hij wil geen Haagse blauwdrukken.

Op het advies van de Onderwijsraad om het minimumaantal leerlingen op honderd te stellen, is veel kritiek gekomen. Het tast de leefbaarheid van het platteland nog verder aan. Momenteel is de opheffingsnorm afhankelijk van het inwonertal van de gemeente met een minimum van 23.

Dekker kiest ervoor om samenwerking financieel te stimuleren. Op dit moment krijgen scholen steeds meer subsidie als ze minder leerlingen hebben. Dat betekent dat scholen erop achteruitgaan als ze voor samenwerking kiezen. De bewindsman wil de regeling stapsgewijs omzetten in een bonus op samenwerking.

Een ander instrument om samen­werking te stimuleren, is verruiming van de mogelijkheden om een samenwerkingsschool te vormen. In een zo’n school werken openbaar en bijzonder onderwijs samen. De eis dat een van de samenwerkende scholen met opheffing wordt bedreigd, vervalt. Verder mag in de toekomst het bestuur van een openbare school de samenwerkingsschool besturen. Dat kan nu niet.

Verder gaat Dekker de regels voor schoolfusies die bedoeld zijn om schaalvergroting tegen te gaan, aanpassen voor scholen in krimpgebieden.