„Boer is mooiste stoffeerder van het land”
Haast onophoudelijk rinkelt de telefoon. Tussendoor verschijnt de bloemist met een uitbundig boeket. De stapel kindertekeningen die op de tafel ligt, groeit gestaag. Hier, op de Zonnehoeve in het Zeeuwse Zonnemaire, is iets te vieren.
„We kunnen nog steeds niet bevatten dat onze boerderij is uitgeroepen tot boerderij van het jaar 2003”, blikt kleuterjuf en boerin Anja van der Bijl (52) terug. De bekendmaking van de winnaar van de landelijke verkiezing door staatssecretaris Van der Laan (Cultuur) was een van de hoogtepunten van de afsluiting van ”2003 jaar van de boerderij”.
De jury was kort daarvoor unaniem tot haar keus gekomen: De Zonnehoeve, eerder winnaar in de provincie Zeeland, verdient de prijs, omdat „verleden, heden en toekomst er op voorbeeldige wijze hand in hand gaan. De cultuurhistorische waarden van het traditionele boerenerf met al zijn historische gebouwen uit verschillende perioden zijn hier door liefdevol onderhoud vrijwel helemaal bewaard gebleven.”
Verder roemt de jury de optimaal vormgegeven combinatie van akkerbouw en landschapscamping. „De camping biedt een nieuwe bestemming aan bijgebouwen die niet meer geschikt zijn voor het moderne landbouwbedrijf, terwijl de agrarische functie van de boerderij voor de campinggasten een duidelijke meerwaarde biedt.”
Boer Gilles van der Bijl (54) krijgt „rode oortjes” van het lovende juryrapport. „Het beschrijft precies wat wij met de boerderij willen. We onderhouden de hoeve niet om prijzen te winnen, maar om verleden, heden en toekomst bij elkaar te houden en het estafettestokje te kunnen doorgeven aan de volgende generatie.”
Hun uitgangspunt is „om op een leuke manier veel aandacht te trekken voor de boerderij”, vult zijn vrouw enthousiast aan. „Die moet blijven bestaan. Er verdwijnen al zo veel boeren.” De kleuterjuf, op school bedolven onder de felicitaties, organiseert regelmatig kinderfeestjes op het bedrijf. „Zelfs de vaders en moeders vinden het leuk om in het stro te klimmen. Daar geniet ik echt van.”
Om het voortbestaan van de boerderij zeker te stellen, hebben de boer en zijn vrouw naast de akkerbouw al jaren een minicamping. Sinds twee jaar is daar een landschapscamping bijgekomen. „Dat levert meer op dan mijn aardappelen, uien, suikerbieten en gerst”, zegt Van der Bijl. „Jammer genoeg”, zo spreekt zijn boerenhart, zal de camping over een paar jaar de grootste inkomstenbron zijn.
De aanleg van de landschapscamping had veel voeten in de aarde, maar familie Van der Bijl wil geen woorden meer vuil maken aan verstikkende regelgeving. Integendeel, ze willen dankbaar vooruitkijken en hun zegeningen tellen. Verder wijzen ze liever op de ruime campingplaatsen en de vormgeving van hun camping. De aanplant, maar liefst 6000 boompjes en struiken, en de kronkelende paden zorgen er niet alleen voor dat de caravans en tenten zomers aan het oog zijn onttrokken, maar ook dat de aanblik van de camping naadloos overgaat in het omringende landschap.
Een bewuste keus, legt Van der Bijl uit. „Elk geslacht helpt eraan mee om boerderij, erf en landschap intact te houden, om mensen te kunnen laten zien hoe het was.” De moestuin en het bleekveld, omringd door heggen, hebben nog steeds de ligging en afmeting die ze honderden jaren geleden ook al hadden.
Hetzelfde principe paste hij toe bij de bouw van zijn nieuwe schuur. Opgetrokken met moderne materialen, maar in dezelfde Schouwse stijl als zijn ongeveer honderd jaar oude schuur. Die is de afgelopen decennia uitwendig hetzelfde gebleven: zwartgeteerde planken en een witte overstek. Het gebouw dient niet meer als ruimte voor graanopslag, maar herbergt onder andere een koelkast en een vriezer voor de campinggasten. Het oude wagenhuis, eveneens van buiten intact gebleven, is nu in gebruik als toiletgebouw.
Onderhoud van de gebouwen is heel duur en alleen mogelijk na een goed akkerbouwjaar, vertelt Van der Bijl. „De witte omlijsting van de grote schuur is aan vervanging toe, maar dat alleen al kost 10.000 euro.” Gelukkig kent hij een handige campinggast, die veel houtwerk opknapt.
De Zonnehoeve is al sinds 1760 in handen van dezelfde familie. Gilles van der Bijl is de achtste generatie die het bedrijf runt. Zijn zoon Martijn zal de zaak overnemen. Hij is nu al zijdelings bij de bedrijfsvoering betrokken, door zijn hulp bij de administratie en zijn aanwezigheid bij de overleggen met de Dienst Landbouwvoorlichting (DLV), die geregeld de boerderij bezoekt.
Van der Bijl ziet een moeilijke toekomst voor de boerensector. „Boeren en tuinders zijn de mooiste stoffeerders van het land. Wij kleden het platteland aan, maar de overheid kleedt ons uit.” Er is geen mooier beroep dan het zijne, meent de agrariër, „het wordt alleen niet betaald.” Daarom zullen alleen goede ondernemers, „de kienste”, ook in de toekomst het hoofd boven water kunnen houden.