Dr. Zwiep voltooit project over uitleg van de Bijbel
VEENENDAAL. Het interpreteren van de Bijbel is steeds meer een ingewikkelde aangelegenheid geworden. Is het lezen van de Bijbel een puur subjectieve aangelegenheid, of een zaak van de academische elite?
Dr. Arie Zwiep uit Veenendaal houdt na twee forse boeken over de Bijbelse hermeneutiek (uitlegkunde) vast aan het feit dat de gewone lezer directe toegang heeft tot de Bijbel. Maar de vragen van de moderne Bijbelwetenschap liegen er niet om. „De uitkomsten van de Bijbelwetenschap zijn niet vrij, maar ook niet vrijblijvend.”
Vandaag vond in Amsterdam een symposium plaats ter gelegenheid van het verschijnen van het tweede deel van ”Tussen tekst en lezer. Een historische inleiding in de bijbelse hermeneutiek” (VU Uitgeverij, Amsterdam). Het eerste deel beschrijft de uitlegkunde vanaf de vroegchristelijke kerk tot aan de verlichting en de filosoof Schleiermacher. Het tweede deel omvat de ontwikkelingen in de 20e en de 21e eeuw, vanaf de hoogtijdagen van de historische kritiek tot en met hedendaagse ontwikkelingen in de postmoderne Bijbelse hermeneutiek. Beide delen omvatten in totaal dik duizend bladzijden. De bibliografie van de Bijbelse hermeneutiek, die in het tweede deel opgenomen is, beslaat 130 pagina’s.
Het is een afronding van een project dat dr. Zwiep al dertig jaar bezighoudt, sinds hij met Patrick Nullens aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) in het Belgische Heverlee in de collegebank zat. Nullens was vandaag een van de sprekers op het symposium in Amsterdam.
Zwiep: „Hoe komt het dat redelijk denkende mensen de Schrift zo verschillend lezen? Ik wilde weten hoe dat precies zat. Eigenlijk heb ik het boek voor mezelf geschreven”, lacht de universitair docent Nieuwe Testament en hermeneutiek aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Het eerste deel wordt volop door studenten gebruikt, ook in Utrecht, Kampen en Apeldoorn.
Dr. Zwiep stelt dat de lezer van de Bijbel niet bij nul begint, maar te maken heeft met een lange traditie van leeservaringen van voorgaande generaties. Zwiep ziet het als doel van de hermeneutiek om beter tot de tekst en zijn boodschap door te dringen en daarbij alle wetenschappelijke instrumenten en methoden te gebruiken, zoals de historische kritiek. „Ik zeg tegen mijn studenten: Als de historische kritiek tot iets leidt wat zo is, dan is het zo, vrijheid, blijheid. De historische kritiek is een medestander, geen tegenstander. Dat laatste is het wel voor degene die de Bijbel als een onaantastbare eenheid ziet. De uitkomsten van de historische kritiek leren wel anders, zie bijvoorbeeld de verscheidenheid van de evangeliën of de verschillen tussen de apostelen. Het is de kunst om daarmee om te gaan, de feiten serieus te nemen en toch verantwoordelijk de tekst bestuderen.”
Staat historische kritiek niet op gespannen voet met het gezag van de Schrift.
„Wat bedoel je met gezag? vraag ik me dan af. Is dat een gezag dat stoelt op een letterlijk overeenkomen van de waarheid van de Bijbel vroeger en de boodschap ervan nu? Dat is meer een benadering die kenmerkend is voor de verlichting, en die rekende daar radicaal mee af. Echt gezag hoeft niet opgelegd te worden, maar overtuigt vanzelf. Wel kleurt de historische kritiek je theologie. Maar als er uitkomsten zijn van het onderzoek die ons niet uitkomen, moeten we dat eerlijk aanvaarden.”
Is de Bijbel onfeilbaar?
„Ook hier vraag ik: Wat bedoel je daar precies mee? Er is in de loop der tijd zo veel omheen gaan plakken en iedereen bedoelt er iets anders mee. Ik wil de letterlijke tekst, die als heilig gezien wordt, in elk geval niet verabsoluteren, zoals in het fundamentalisme gebeurt. Dat leidt tot halsbrekende toeren om bepaalde feiten kloppend te krijgen. De Bijbel heeft een natuurlijk gezag wat de inhoud ervan betreft: Jezus Christus. Van Hem getuigt de Schrift, ook in het Oude Testament. De Bijbel is het Woord van God in die zin dat hij over God gaat, getuigenis van God is. Een formeel gezag, los van de tekst, is lastig, want als je het gezag wilt funderen op een canon, welke canon bedoel je dan? Er waren verschillende canons in de Vroege Kerk, en dat is in onze tijd nog zo.”
Hoe kun je onbevangen een Bijbel lezen die uiteengerafeld wordt door een kordon van specialistische Bijbelwetenschappers?
„Ik bepleit een primair leesproces, ook wel een postkritische naïviteit genoemd. Naïef Bijbellezen kan niet meer, gezien de wetenschappelijke oogst aan publicaties. Zet tien commentaren op een rij, en je hebt tien verschillende meningen. Ik wil me niet opsluiten in een bolwerk, maar dwars door deze vragen heenkruipen om aan het eind ervan de naïviteit te hervinden. De Reformatie heeft gesteld dat de Bijbel door iedereen, dat wil zeggen los van de kerk, gelezen en begrepen kan worden. Je kunt eraan toevoegen: ook los van de wetenschap. Vergelijk het met de computer. Je kunt er efficiënt op werken, maar als er iets mis mee is, heb je specialisten nodig. Zo is het ook met de Bijbelgeleerden die een respectabele traditie hebben opgebouwd in het wetenschappelijk verzamelen van feiten, vanaf de eerste papyrusvondsten in het zand tot aan de totstandkoming van de Bijbel zoals wij die kennen. Maar je bent niet van hen afhankelijk om de kern van de Bijbel te begrijpen.”
Digibron
In archiefsysteem Digibron vindt u meer over dr. Zwiep. Hieronder een aantal links naar artikelen.
De stem van de Schrift als tegenover – Dr. Zwiep spreekt voor studenten Voetius (Reformatorisch Dagblad, 9 februari 2011)
‘’Uitzien naar de dag zonder vraagtekens’’ interview dr. Arie Zwiep over zijn boek ‘’Tussen tekst en lezer. Een inleiding in de bijbelse hermeneutiek (Reformatorisch Dagblad, 3 oktober 2009)