Brussel blind voor islamistisch gevaar in Bosnië
Brussel zwijgt in debatten over de Europese integratie van Bosnië-Herzegovina ten onrechte over het gevaar van de radicale islam voor dat land, betogen drs. B. Belder, drs. D. J. Diepenbroek en drs. W. L. van Luik.
Onlangs stelde de SGP-eurofractie vragen over Iraanse en wahabitische activiteiten en invloeden in Bosnië-Herzegovina. Op 7 mei ontving de eurofractie sussende, maar vooral ontwijkende antwoorden van de hoge vertegenwoordiger op bewuste vragen. Geen vuiltje aan de lucht, zo was de teneur van de reactie.
Precies een week later, op 14 mei, wees de Bosnische regering wel twee prominente leden van de Iraanse ambassade in Sarajevo uit voor spionageactiviteiten en contacten met moejahedienkampen in het land. Foto’s in de plaatselijke pers legden het oneervolle vertrek van de ontmaskerde diplomaten vast.
Het kwam de eurofractie van de SGP derhalve prima uit dat vorige week woensdag Bosnië-Herzegovina op de EP-agenda in Straatsburg stond. Dé kans om Raad en Commissie alsnog tot een eerlijke, realistische standpuntbepaling over een islamistisch veiligheidsrisico in Bosnië en de regio te bewegen.
Het mocht niet baten. De verantwoordelijke Europese gezagsdragers namen zelfs niet de moeite onze vraag naar de verenigbaarheid van het Europese integratieproces van Bosnië met nauwe coöperatie tussen Sarajevo en Iran te beantwoorden. Dat gold ook voor onze vraag of de aanwezigheid van wahabitische gemeenschappen op Bosnisch grondgebied –die strikt volgens hun eigen religieuze principes wensen te leven met voorbijgaan aan de wetten van het land– een veiligheidsrisico voor Bosnië en de regio vormen.
Op het Brusselse zwijgen volgde een dag later al een veelzeggende repliek uit de Bosnische pers. De Southeast European Times van donderdag 23 mei kopte veelzeggend: ”Autoriteiten houden moslimextremisten in de gaten”. Tegenover het blad nam Dusanka Majkic, voorzitter van de parlementaire commissie voor veiligheid, geen blad voor de mond. Zij noemde met name het noordelijke dorp Gornja Maoca, een beruchte islamistische enclave, ronduit „een staat in de staat.” Ongelukkig genoeg staat Gornja Maoca bepaald niet alleen, vulde extremisme-expert prof. Predag Ceranic uit Banja Luka aan.
Beide Bosniërs wijzen op het gevaar van de verspreiding van het salafistische gedachtegoed. De wahabitische leiders in Gornja Maoca zijn daar trouwens al druk mee bezig. Een regelrecht gevaar voor de publieke veiligheid, beklemtonen Majkic en Ceranic. Hoog tijd dat de Bosnische overheid met haar zeven (!) veiligheidsdiensten de wet gaat handhaven in de islamistische enclaves.
Tegenover het Brusselse zwijgen blijft de SGP-eurofractie deze indringende problematiek agenderen. De Unie moet Sarajevo voortdurend aanspreken op de publieke veiligheid in eigen land, de regio en de EU als geheel te bewaken door krachtig en kordaat op te treden tegen islamitisch extremisme. Anders handelt Brussel in strijd met de eigen beleidsstrategie om de stabiliteit van de westelijke Balkan te bevorderen. De eurofractie blijft hierover spreken tot Brussel zijn nonchalante, onverschillige of naïeve stilzwijgen beëindigt.
De auteurs zijn respectievelijk lid en beleidsmedewerkers van de SGP-eurofractie.