Door het wegvallen van het wapenembargo kunnen Europese landen de opstandelingen gaan steunen in de strijd tegen Assad. Het besluit, dat viel na bijna een half etmaal beraad, betekent niet dat EU-landen meteen wapens aan de rebellen gaan leveren, benadrukte de Britse minister van Buitenlandse Zaken William Hague. De stap is vooral bedoeld om het regime aan de onderhandelingstafel te dwingen, verduidelijkte hij.

De lidstaten kunnen zelf besluiten wanneer ze wapens gaan verkopen. De ministers stelden bepaalde voorwaarden op die moeten voorkomen dat wapens in verkeerde handen vallen. Voor 1 augustus buigen de lidstaten zich opnieuw over de situatie. „Nederland zal zeker geen wapens gaan leveren”, stelde minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken.

Nederland en een reeks andere landen hadden het liefst gezien dat het wapenembargo overeind was gebleven in de „instabiele” regio. Maar de Britten en Fransen bleven de afgelopen tijd hameren op een versoepeling van de sancties, waarop Duitsland en Nederland naar een compromis gingen zoeken.

„90 procent van de sancties blijft overeind, zoals de economische strafmaatregelen”, aldus Timmermans. Zonder consensus over het wapenembargo hadden ook die sancties op 31 mei kunnen aflopen, maar ze zijn nu met een jaar verlengd. „Ik ben blij dat die dreiging vandaag is afgewend”, stelde de minister.