Opinie

Prof. Baars: Bijbelse blijdschap is gericht op God

Ik kan me vergissen, maar volgens mij is het woord ”blijdschap” in onze kring verdacht. „Blijdschap”, zo zeggen we, „is een woord dat vooral bij evangelische kringen hoort. Een mens kan zomaar niet blij zijn. Dan moet hij op zijn minst toch ook weet hebben van droefheid over zijn zonden.” Is dat zo?

Prof. dr. A. Baars

28 May 2013 06:39Gewijzigd op 15 November 2020 03:47
„Niet iedere religieuze emotie is een onfeilbaar bewijs van echt geestelijk leven. Dat geldt zeker ook voor gevoelens van blijdschap in God.” Beeld Fotolia
„Niet iedere religieuze emotie is een onfeilbaar bewijs van echt geestelijk leven. Dat geldt zeker ook voor gevoelens van blijdschap in God.” Beeld Fotolia

In de geschiedenis van de evangelicale beweging neemt het woord ”blijdschap” inderdaad een prominente rol in. Volgens sommige evangelische en vooral charismatische theologen heeft ”blijdschap” alles te maken met een tweedeling in het geestelijk leven. Als iemand pas tot bekering gekomen is, geeft hem dat uiteraard veel vreugde en liefde. Hij heeft echter nog geen deel aan de „volle blijdschap in God.” Dat gebeurt namelijk pas als hij verder geleid wordt en deel krijgt aan „de doop met de Heilige Geest”, ook wel ”second blessing”, de tweede zegen, genoemd.

Voordat een christen deze tweede zegen ondergaat is hij volgens Andrew Murray (1828-1917) een worstelend christen. Zijn portret wordt vooral getekend in Romeinen 7. Paulus zegt daar onder meer: „Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?” Dat is volgens Murray en anderen typisch de belijdenis van een beginnend gelovige. Als hij werkelijk vervuld is met de Heilige Geest, komt hij dit conflict te boven. Dan beleeft hij de volle blijdschap van het overwinningsleven en is hij die strijd te boven.

Zondigt zo iemand dan niet meer? Dat zegt Murray niet. Wat hij wel zegt is dit: „Een christen die vervuld is met de Heilige Geest zondigt nog steeds. God weet echter dat hij dat niet van harte doet. Om die reden rekent Hij hem deze zonde niet toe.”

Wat moeten we van dit alles denken? Ik wil daarover in deze korte bijdrage twee opmerkingen maken. In de eerste plaats is het Schriftbewijs voor de twee stadia van het geestelijk leven flinterdun. Waar wordt in de Bijbel gezegd dat de beleving van de volle blijdschap voorbehouden is aan een bepaald soort „bevestigde christenen”?

Natuurlijk ontken ik niet dat er in het leven van kinderen van God sprake is van groei en oefeningen in het geloof. Dat betekent ook dat hun innerlijke zekerheid en geestelijke blijdschap toeneemt. Maar waar wordt dat in de Bijbel verbonden met een bepaald scherp afgebakend ”stadium” in het geestelijk leven?

Als God door Zijn Geest begint te werken in de harten van zondaren komen de vruchten van de Geest in principe onmiddellijk aan het licht, ook de vrucht van de vreugde in God.

Toetsing

Daar komt nog iets bij. In het licht van de Bijbel zijn emotionele uitbarstingen van vreugde niet waardevrij. Wellicht kunnen we dat het beste illustreren aan de hand van de geschiedenis van de grote opwekkingsbeweging aan het begin van de 18e eeuw in Engeland en Amerika. Toen kwamen onder de prediking van Jonathan Edwards, George Whitefield en John Wesley veel emoties los: droefheid, maar ook vreugde over het licht dat was opgegaan in de harten. Deze opwekkingspredikers verheugden zich daarover.

Toch heeft met name Edwards zich diepgaand bezonnen over de plaats van de emoties in het geestelijk leven. Hij heeft daarover een diepzinnige verhandeling geschreven die onlangs opnieuw in een uitstekende Nederlandse vertaling het licht zag: ”Religieuze gevoelens. Een verhandeling over gevoelens in het geestelijke leven”(Uitg. Om Sions wil). In dit boek laat Edwards overduidelijk zien dat niet iedere religieuze emotie een onfeilbaar bewijs is van echt geestelijk leven. Dat geldt zeker ook voor gevoelens van blijdschap in God.

Deze gedachten van Edwards zijn Bijbels. In de fundamentele gelijkenis van het koninkrijk zegt de Heere Jezus zelf dat het mogelijk is dat mensen de boodschap van het Evangelie „met vreugde ontvangen” (Matth. 13:20; Mark. 4:16; Luk. 8:13). Die vreugde heeft echter geen diepgang en verdwijnt mettertijd.

Het is voor mij de vraag of we deze dingen vandaag nog klip-en-klaar aan de orde durven te stellen in de prediking. De postmoderne, hoordergerichte prediking verliest naar mijn indruk in toenemende mate aan onderscheidenlijke scherpte. Dat is naar mijn diepe overtuiging ook de voornaamste oorzaak van de kerkverlating in de laatste tientallen jaren.

Doel

Wat betekent geestelijke blijdschap positief? Het zal duidelijk zijn dat ik dit thema hier niet uitputtend kan behandelen. Ik noem slechts drie dingen.

Allereerst: het woord ”blijdschap” in de Bijbel heeft niet in de eerste plaats te maken met mijn innerlijke gevoelens („mijn hartje is altijd blij”) maar is fundamenteel, gelovig en emotioneel gericht op God. Klassiek is dat onder woorden gebracht in de Grote Catechismus van Westminster (1647). De eerste vraag daarvan luidt: „Wat is het voornaamste en hoogste doel van het leven van ons mensen?” Het antwoord laat aan duidelijkheid niets te wensen over: „Het voornaamste en hoogste doel van ons leven is deze God te verheerlijken en zich in Hem ten volle te verheugen.” De vraag die vanuit deze woorden naar ons toe komt is deze: „Verheugen wij ons in God en het heil dat Hij bereid heeft?”

Bijbels gezien is er nog een ander punt van belang. Verheugen wij ons in de voortgang van het Evangelie? In de Schrift wordt herhaaldelijk gezegd dat Paulus en de andere apostelen zich verblijdden in het feit dat de prediking van het Evangelie overal tot klinken kwam en dat het ook gehoor vond (Kol. 1:3vv.; 1 Thess. 1:2vv.).

Wellicht passen we dit soort woorden direct toe op christenen die ver weg wonen, bijvoorbeeld uit China of Oekraïne, en die we mogelijk persoonlijk eens ontmoet hebben. Maar zien we de voortgang van het Evangelie ook in onze eigen directe omgeving? En als dat niet zo is, lijden we daar ook echt onder?

Ten slotte. In de Bijbel lezen we: „Maar de vrucht van de Geest is blijdschap” (Gal. 5:22). Wat betekent dit Schriftwoord eigenlijk? De woorden van Galaten 5 gaan ten diepste over onze persoonlijke beleving van de blijdschap. Wij worden geroepen om een leesbare brief van Christus te zijn (2 Kor. 3:2vv.).

Wat staat er in de brief van ons leven? Blijdschap in de Heere en Zijn heil? Ik weet het: die blijdschap is zo lang wij hier op aarde leven niet ongeremd en ongestremd. Wij leven voortdurend met de realiteit van de macht van de zonde en het vlees. En toch staat het woord voor Gods kinderen vast: „Verblijdt u te allen tijd” (1 Thess. 5:16). Dat gaat dwars tegen alle gebrokenheid en zonde in. Verblijdt u onder alle omstandigheden…

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer