Zeevissen passeren probleemloos Amsterdam
AMSTERDAM. Zoutwatervissen als bot en tong slagen erin om van de Noordzee door het Noordzeekanaal en het IJ in Amsterdam het zoete water in het Markermeer te bereiken. Dat hebben proefvangsten bij de Oranjesluizen aangetoond. Onderzoekers spraken maandag van opvallende resultaten.
De sluizen aan de oostkant van de stad vormden in het verleden een flink obstakel voor vissen die van van zout naar zoet water of andersom moeten zwemmen om zich te kunnen voortplanten. Rijkswaterstaat heeft daarom in de jaren 90 twee vispassages aangelegd in de sluizen en die blijken naar behoren te werken.
Het Noordzeekanaal is ook voor stekelbaars, spiering en paling een cruciale verbinding. Het vormt een geleidelijke overgangszone van zout naar zoet water en leidt de vissen naar wateren waar ze graag bivakkeren. Onderweg krijgen trekvissen de gelegenheid zich aan te passen aan de nieuwe omstandigheden.
Nog tot en met 2014 wordt gemeten hoeveel heen en weer trekkende vissoorten het Noordzeekanaal en de sluizen passeren. Het onderzoek levert naast aantallen ook tips op om het functioneren van de vispassages te verbeteren.