Acht jaar cel voor Servische kampbeul
Het Joegoslavië-tribunaal heeft de Bosnische Serviër Predrag Banovic dinsdag, op zijn 34e verjaardag, veroordeeld tot acht jaar cel. Dat was conform de eis van de aanklagers. Ook de verdediging had eerder aangegeven zich in die strafmaat te kunnen vinden.
Banovic was in 1992 bewaker in het beruchte kamp Keraterm in Noordwest-Bosnië. Dat was, naast Omarska en Trnopolje, een van de kampen in het district Prijedor, waar moslims en Kroaten werden gemarteld, verkracht en vermoord. Banovic had in juni gedeeltelijk schuld bekend aan vervolging om politieke, raciale of religieuze redenen als misdaad tegen de mensheid. In ruil daarvoor lieten de aanklagers andere punten uit de aanklacht, zoals een formele tenlastelegging wegens moord, vallen, ook al heeft Banovic vijf moorden bekend.
De verdediging had in september, bij hoorzittingen ter strafbepaling, aangedrongen op een niet al te hoge straf omdat Banovic helemaal onder in de hiërarchie stond, zich niet tegen zijn superieuren durfde te verzetten en wegens zijn lage intelligentie makkelijk te manipuleren was. VN-aanklaagster Sureta Chana hamerde erop dat „kleine vissen” als Banovic nodig zijn voor het functioneren van kampen als Keraterm.
Banovic betuigde in zijn slotwoord in september zijn diepe spijt voor wat er in Keraterm is gebeurd. „Ik vervloek mijn handen”, aldus de verdachte met betrekking tot zijn daden.
Ook zei hij dat hij na zijn arrestatie in Servië bang was voor uitlevering aan het Haagse tribunaal. Hij geloofde toen nog de „propaganda dat Den Haag een plaats is waar geruisloos Serviërs worden vermoord.”
Maar doordat hij de procedures van het VN-hof doorliep, raakte hij ’verlicht’ en kreeg hij „de kracht de waarheid onder ogen te zien.” Banovic hoopt dat zijn schuldbekentenis en aanvaarding van zijn straf kunnen bijdragen tot de verzoening van de bevolkingsgroepen in Prijedor.
In een afwijkende mening die bij het donderdag gewezen vonnis is gevoegd, schrijft de Jamaicaanse VN-rechter Patrick Robinson dat volgens hem een hogere straf gepast was geweest, gelet op de vijf moorden en 27 gevallen van mishandeling waarbij Banovic betrokken was.
De president van het Joegoslavië-tribunaal heeft besloten dat de Bosnische Serviër Milan Simic op 3 november vervroegd vrijkomt. Simic was ruim een jaar geleden veroordeeld tot vijf jaar cel wegens marteling van burgers in de Bosnische stad Bosanski Samac.
Toenmalig president van de Bonische Serviërs Radovan Karadzic was erg onder de indruk van de Kroatische verovering van de Krajina in mei 1995, waar tal van Kroatische Serviërs werden vermoord, met name achtergebleven bejaarden. De toenmalige president van de Bosnische Serviërs vond dat de Servische oorlogspartij dan ook maar de vijanden moest doden die zij te pakken kon krijgen.
Dit verklaarde Miroslav Deronjic (49), voormalige civiel commissaris van Srebrenica, gisteren voor het Joegoslavië-tribunaal. Hij maakte Karadzic mee in vergaderingen van de partijtop van de SDS na de verovering van de Krajina door het leger van de Kroatische president Tudjman.
„Wat jullie krijgen kunnen, moeten jullie doden”, zou Karadzic onder de indruk van de Krajina-gebeurtenissen hebben gezegd. „Dood allen die jullie kunnen doden.”
Twee maanden na de val van de Krajina veroverden de Bosnische Serviërs de moslimenclave Srebrenica. Deronjic werd door Karadzic benoemd tot civiel commissaris. Hij zei tegen de VN-rechters dat hij zichzelf tegen de massamoorden verzette.
Deronjic is wegens andere feiten aangeklaagd door het VN-tribunaal en gooide het vorige maand op een akkoordje met de aanklagers. Hij getuigde gisteren in de hoorzittingen ter bepaling van een gepaste straf voor de Bosnisch-Servische officier Momir Nikolic. Die zittingen lopen uit, waardoor Nikolic pas vandaag gelegenheid kreeg voor zijn slotwoord. Hij is de eerste Bosnisch-Servische officier die ooit schuld heeft bekend voor zijn rol bij de massamoorden van Srebrenica.