Buitenland

Noodhulp niet altijd veilig in Indonesië

Indonesië werd de afgelopen jaren regelmatig getroffen door natuurrampen. Sommige rampenbestrijdingen waren een succes, maar corruptie viert hoogtij in het Zuidoost-Aziatische land.

Jan Lepeltak
27 May 2013 12:01Gewijzigd op 15 November 2020 03:47
Mensen kijken naar een uitbarsting van de vulkaan Merapi. Bij verschillende erupties maakte de vulkaan de afgelopen jaren veel slachtoffers. Het beschikbare geld voor herstelwerkzaamheden werd door lokale politici niet altijd goed gebruikt. Foto EPA
Mensen kijken naar een uitbarsting van de vulkaan Merapi. Bij verschillende erupties maakte de vulkaan de afgelopen jaren veel slachtoffers. Het beschikbare geld voor herstelwerkzaamheden werd door lokale politici niet altijd goed gebruikt. Foto EPA

De 28-jarige Rasyid Sunaryo verloor zijn huis en koeien bij de ramp rond de uitbarsting van de vulkaan Merapi in 2010. „Ze hebben mij een huis gegeven aan de voet van de berg, omdat we niet meer in het dorp konden wonen”, legt hij uit. Nu werkt hij als bouwvakker om andere huizen op te bouwen. De voormalige veeboer en zijn jonge gezin zijn volledig afhankelijk van de wederopbouwprojecten.

Het verhaal van Sunaryo lijkt een bewijs van succesvolle Indonesische rampenbestrijding, maar schijn bedriegt. Zogenoemde ”Makelar”, oftewel makelaars, benaderen leden in het parlement en bemiddelen bij de goedkeuring door de budgetteringscommissie. Ze regelen ook de toewijzing van speciale fondsen voor de wederopbouw en het herstel van getroffen gebieden in ruil voor een mooie som geld.

Het is een lucratieve handel die de Indonesische regering omgerekend al miljoenen euro’s kostte. Het gezaghebbende weekblad Tempo onderzocht onregelmatigheden bij de toewijzing van rampenbestrijdingsfondsen in gebieden op Java en Lombok. Bronnen bevestigden dat bepaalde politici verbonden aan de budgetteringscommissie van het parlement 10 procent van de fondsen eisten in ruil voor hun goedkeuring. Rampenbestrijding lijkt zo een gouden handel te zijn voor sommige politici in Jakarta, maar ook voor lokale bestuurders.

Indonesië werd het afgelopen decennium geteisterd door rampen. Op tweede kerstdag 2004 verloren meer dan 160.000 Indonesiërs het leven door een tsunami die op de westkust van Atjeh neersloeg. Vergeleken bij de langzame wederopbouw van Haïti, dat in 2010 door een aardbeving werd getroffen, is de hulp in Atjeh een succesverhaal te noemen. Dit is te verklaren door president Yudhoyono’s besluit om internationale hulporganisaties direct in het rampgebied te laten opereren zonder te veel overheidsbemoeienis of bureaucratie. Maar het zijn juist de kleinere rampen waarbij Indonesische overheidsbudgetten worden opgesnoept door graaiende politici.

Sunaryo heeft zich erbij neergelegd dat politici in Jakarta geld verdonkeremanen. „De politiek is corrupt, maar ik kan me er niet meer boos om maken.” Organisaties in Jakarta die corruptie willen aanpakken, leggen zich er niet bij neer en willen transparantie bij de besteding van hulpgelden.

Klachten

Geconfronteerd met het grote aantal klachten, beschuldigingen en aanwijzingen, maakte de gevreesde anticorruptiecommissie KPK in februari bekend hard op te treden bij fraude met rampfondsen. Zo reageerde KPK-adjunct-directeur Busyro Muqoddas direct op een affaire in Cianjur, op West-Java, waar op 2 september 2009 een aardbeving grote schade had veroorzaakt.

Een medewerker van de lokale rampencommissie was door stafleden van een parlementariër in Jakarta voor omgerekend meer dan 100.000 euro bedrogen. Uiteindelijk had hij aan de bel getrokken over deze ”makelar”. De Indonesische media verwachten dat er meer schandalen openbaar worden gemaakt.

Een VN-top over rampenbestrijding, begin deze maand in Bangkok, concludeerde dat preventie het meeste effect heeft en het voordeligst is. Hierbij is inzet van lokale overheden het belangrijkst, maar juist die leidt ook vaak tot corruptie.

De lokale corruptie is funest omdat ze de paraatheid van lokale overheidsinstanties ondermijnt. Zo verhoorden in Noord-Sumatra openbare aanklagers begin mei de adjunct-regent van Zuid-Nias, die verdacht werd van fraude. Hij zou ruim 400.000 euro aan geld voor de aanpak van rampen hebben verdonkeremaand.

De corruptie in het parlement vormt een scherp contrast met de internationale hulp aan Indonesië na de tsunami in Atjeh en de aardbeving op Midden-Java in 2006. Het speciaal opgezette Reconstructie Bureau BRR coördineerde de buitenlandse hulp bij de tsunamiramp. Buitenlandse hulporganisaties hoefden zich slechts razendsnel te registreren en konden daarna direct aan de slag. Het hoofd van het BRR rapporteerde direct aan de president en vermeed zo bureaucratische valkuilen en potentiële corruptie.

Rampen

Het straatarme Nias heeft tal van rampen te verduren gehad. Behalve de tsunami in december 2004, trof een zware aardbeving het eiland voor de kust van Noord-Sumatra in maart 2005. Hierbij kwamen 800 mensen om het leven. Rampen blijven het eiland beïnvloeden, want het huidige onderzoek heeft tot spanningen geleid tussen verschillende groepen op het eiland. Het lokale bestuur blijft er enorm zwak.

Intussen zit het Nationale Bureau voor Rampenbestrijding niet stil. Zo heeft het in april ruim 1 miljard euro gevraagd om daarmee het land tegen tsunami’s te beschermen. Het rampenplan van het bureau bestaat uit de verbetering van het alarmsysteem langs de kust, uit het creëren van opvangplaatsen en het versterken van de lokale rampenbestrijding.

Het bureau wacht nog op goedkeuring van het parlement.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer