„Structuur SoW-kerken deugt niet”
De bestuurlijke structuur die in het kader van Samen op Weg is bedacht, kan niet goed functioneren. Die moet daarom ingrijpend worden gewijzigd. Dat staat in een open brief van hervormde en gereformeerde kerkbeheerders aan het triomoderamen.
Het hoofdbestuur van de Vereniging van Kerkvoogdijen in de Nederlandse Hervormde Kerk en het bestuur van het Landelijk Verband van Commissies van Beheer van de Gereformeerde Kerken in Nederland zijn bezorgd over de financiële situatie van de SoW-kerken.
De besluiten die de triosynode in november heeft genomen, hebben de zorgen niet weggenomen. Zo is er bijvoorbeeld nog steeds geen beleidsplan, aldus voorzitter drs. G. van Soest van de hervormde kerkvoogdijen en waarnemend voorzitter G. van den Berg van de gereformeerde beheerscommissies in de open brief. „Voorts moeten wij afwachten of de voorgenomen bezuinigingsoperatie op goede gronden zal worden gebaseerd en bovendien afdoende zal zijn om gerezen financiële problemen het hoofd te bieden.”
De beide organisaties wijten de huidige toestand aan het geheel door elkaar lopen van de beleidsverantwoordelijkheid en de uitvoerende verantwoordelijkheid. Ze vinden daarom dat er een strikte scheiding moet ontstaan tussen het voorbereiden en vaststellen van het beleid van de SoW-kerken enerzijds en de inrichting en besturing van de werkorganisatie anderzijds.
De taak en rol van de triosynode zou beperkt moeten zijn tot het leidinggeven aan het functioneren van het gééstelijk leven in de SoW-kerken.
Waar het om beheer gaat, zullen de SoW-kerken nadrukkelijker gebruik moeten maken van deskundigen, vinden de beheerdersorganisaties. Ook zal het leidinggeven aan de arbeidsorganisatie van de kerken in handen moeten worden gelegd van bekwame bestuurders en een zeer professioneel directieteam, stellen zij. De noodzakelijke bekwaamheden zijn in hun ogen „niet of nauwelijks aanwezig in de triosynode.”
Niet alleen het bestuur van de SoW-kerken is volgens de briefschrijvers tekortgeschoten. „Maar datzelfde moet ook worden gezegd van het huidige directieteam. Het aanzien van de kerk heeft hierdoor schade opgelopen.”
Hoewel de kerkbeheerders vinden dat de financiële bijdrage van de plaatselijke kerken voor het landelijk apparaat omlaag moet, is een quotumverhoging voor de kerkvoogdijen toch bespreekbaar. Het geld moet dan wel rechtstreeks ten goede komen aan het plaatselijk vlak. „We zijn bereid met u naar financieringsoplossingen te zoeken.”
