Dat hebben de ministers Schippers (VWS) en Opstelten (Veiligheid en Justitie) woensdag geschreven aan de Tweede Kamer. Ze reageren daarmee op het tweede evaluatieonderzoek over de euthanasiewet dat in december is gepubliceerd.

Het burgerinitiatief Uit Vrije Wil behelst onder meer dat stervensverzoeken van burgers van 70 jaar en ouder mogen worden ingewilligd door niet-artsen. De enige voorwaarde daarbij is dat er sprake moet zijn van een wel­overwogen en vrijwillig verzoek.

Behalve dat het nog maar de vraag is of het evaluatieonderzoek aanleiding geeft tot een dergelijke verruiming, kleven er volgens het kabinet de nodige risico’s aan het initiatief. Zo zou het uitwerken ervan in een wettelijke regeling betekenen dat er zonder de aanwezigheid van een arts dodelijke middelen worden verstrekt en ingenomen. De mogelijkheid om de euthanasiepraktijk zorgvuldig te toetsen, wordt aanzienlijk bemoeilijkt als euthanasie daarbij ook nog eens zou worden ver­ankerd als wettelijk recht.

Net als Rutte I geeft ook dit kabinet wel steun aan artsen van de stichting Levenseindekliniek, die euthanasieverzoeken in over­weging nemen die de vaste (huis)arts van de patiënt niet wil inwilligen, terwijl ze wel aan de zorgvuldigheidseisen voldoen. Nu al een onderzoek naar deze stichting initiëren, zoals de opstellers van het evaluatieonderzoek aanbevelen, acht het kabinet niet opportuun. De 26 van de stichting afkomstige euthanasiemeldingen die inmiddels zijn getoetst, zijn alle zorgvuldig bevonden, aldus de brief.

Op aangeven van het onderzoek moeten artsen die euthanasie verrichten op het meldformulier wel explicieter gaan aangeven hoe de patiënt is geïnformeerd over zijn toestand en welke alternatieve oplossingen in plaats van euthanasie met hem besproken zijn.