Voorjaar 2013 ongewoon koud en somber
RIJSWIJK (ANP). Het meteorologische voorjaar van 2013 is volgens het KNMI hard op weg zich een plaatsje te veroveren in de top 10 van koudste lentes sinds 1901.
Met nog ruim een week te gaan in de weerkundige lente (maart, april, mei) staat het jaargetijde virtueel in de top 3 met een gemiddelde temperatuur van 6,9 graden. Het zal die lage positie echter gezien de weersverwachtingen voor de laatste week in mei niet handhaven. De top 10 wordt waarschijnlijk wel gehaald.
De gemiddelde temperatuur dit voorjaar is 2,6 graden lager dan we sinds 1980 gewend zijn. De ranglijst van koudste lentes wordt aangevoerd door die van 1962 (de nummer 1 met 6,5 graden gemiddeld) en 1958 (6,8 graden).
„Doorgerekend naar de verwachtingen voor de laatste dagen van mei zal het voorjaar van 2013 nog wel wat zal zakken in de top 10”, zegt klimatoloog Rob Sluijter van het KNMI in De Bilt. „Als de gemiddelde temperatuur de komende dagen een paar graden hoger of juist lager uitvalt, verandert dat klassement weer.”
Het koude voorjaar biedt volgens Sluijter geen reden pessimistisch te zijn over het zomerseizoen. Weliswaar is de temperatuur van de Noordzee medeverantwoordelijk voor de kou aan de kust, maar dit zegt niets over de komende maanden. De klimatoloog: „De projecties voor de komende zomer hebben nauwelijks voorspellende waarde. Uit de statistieken valt niets te halen over de vraag of op een koud voorjaar ook een koele zomer volgt. Het blijft koffiedik kijken.”
Het voorjaar is naar zijn zeggen ongewoon koud en somber. In 1984 was het de laatste keer dat het zo fris was.
Het afwijkende weerbeeld heeft weinig met klimaatverandering te maken. Volgens het weerinstituut is koude luchtstroming het gevolg van toeval.
Begin maart was er nog een korte zonnige en warme uitschieter. Daarna werd het tot 10 april koud en droog, als gevolg van een aanhoudende oostenwind uit Siberië. Die voerde voornamelijk koude lucht aan. Dit voorjaar was alleen in de eerste dagen van mei en op eerste pinksterdag sprake van goed weer.
„De periode van 11 mei tot en met 20 mei was statistisch gezien uitgesproken grauw”, aldus Sluijter. In De Bilt noteerde het KNMI in die periode 22 uur zon, in de rest van het land 27 uur. Het langjarig gemiddelde in De Bilt staat op 69 uur zon, elders in Nederland op 71 uur.
„In die 10 dagen in mei misten we ruim 40 uur zon. Dat is toch ruim 4 uur per dag”, aldus Sluijter.
Donderdag wacht Nederland een voorlopig dieptepunt dit voorjaar. Daarvoor luidt de verwachting dat de maximumtemperatuur niet boven de 10 graden uitkomt.