Kwart vrouwelijke coassistenten voelt zich seksueel geïntimideerd
UTRECHT (ANP). Bijna een kwart van de vrouwelijke coassistenten heeft zich tijdens de studie wel eens seksueel geïntimideerd gevoeld. Dat blijkt uit een enquête onder 2600 geneeskundestudenten van het KNMG Studentenplatform.
Van alle geneeskundestudenten zegt 12 procent tijdens de studie wel eens met seksuele intimidatie te maken hebben gehad. Bij vrouwelijke artsen in opleiding ligt dat met 23 procent aanzienlijk hoger. Zowel artsen als patiënten zouden zich aan intimiderend gedrag schuldig maken.
Als ongewenste seksuele aandacht noemen studenten vooral opmerkingen over het uiterlijk (66,5 procent). Ook komen seksueel getinte opmerkingen tijdens medische handelingen (50 procent), persoonlijke vragen over seksualiteit of liefdesleven (39,4 procent), ongewenst lichamelijk contact (27,5 procent) en ongewenst contact via internet of telefoon (6,9 procent) voor. Vrijwel altijd zijn het mannen die seksueel intimideren (93,4 procent).
Vragen over seksuele intimidatie werden in 2006 ook al aan geneeskundestudenten voorgelegd. Toen waren de resultaten vrijwel hetzelfde.
Studenten doen echter vrijwel nooit melding van het probleem, stelt het platform. Slechts 7 procent van de studenten maakt bij de universiteit melding van de seksueel ongewenste intimiteiten.
De Vereniging van Nederlandse Vrouwelijke Artsen (VNVA) heeft sinds vorig jaar een overlegpunt voor seksuele intimidatie, bedoeld om het melden van seksuele intimidatie laagdrempelig te maken. Tot nu toe is door studenten slechts twee keer contact opgenomen met het punt.