Op de dag dat hun pensioen ingaat, moeten minimaal de ingelegde gelden beschikbaar zijn. Een dergelijke bescherming van de inleg bestaat nu niet.

Bij een beschikbare premieregeling stelt de werkgever een premie beschikbaar aan de werknemer. Deze moet de premie zelf beleggen. De werknemer loopt dan ook het beleggingsrisico. „Als alles tegenzit, kan de werknemer zijn aanvulling boven op de AOW mislopen”, aldus Van Riemsdijk, beleidsmedewerker bij PGGM, het pensioenfonds voor de zorg- en welzijnssector, dinsdagmorgen op een pensioencongres in Den Haag.

Van Riemsdijk is vanuit zijn functie betrokken bij het opstellen van de nieuwe pensioenwet. De wet moet in 2006 van kracht worden. De huidige dateert van 1952.

Hoe het kabinet de werknemers met beschikbare premieregeling wil beschermen, is nog onderwerp van overleg. De verzekeraars en de pensioenkoepels staan niet te juichen bij het kabinetsvoornemen de nominale inleg te garanderen. „Dat zou risicomijdend gedrag kunnen uitlokken, waardoor de werknemer ook fraaie opbrengsten zou mislopen in economisch voorspoedige tijden”, aldus Van Riemsdijk.

De beschikbare premieregeling komt steeds meer in gebruik. Het aantal werknemers dat een pensioen opbouwt met dit systeem bedroeg vorig jaar 193.000, aldus cijfers van de Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK). Vijf jaar geleden waren dat er nog slechts 28.000.

Vorige maand noemde ABP-bestuursvoorzitter E. Brinkman de beschikbare premieregeling een van de mogelijkheden om de pensioenen betaalbaar te houden. ABP (overheid en onderwijs) is Nederlands grootste pensioenfonds met een belegd vermogen van 144 miljard euro.

Bij PGGM maken ongeveer 15.000 deelnemers vrijwillig gebruik van een beschikbare premieregeling als aanvulling op hun pensioen. Akzo Nobel opperde eerder dit jaar meer gebruik te gaan maken van de regeling. Dat stuitte toen op verzet van de bonden.

Pensioenen staan al ruim een jaar in het middelpunt van de belangstelling. Pensioenfondsen hebben de afgelopen jaren hun vermogens met miljarden zien slinken door de sluipende krach op de effectenbeurzen. Daartegenover stonden toenemende verplichtingen, onder meer door relatief stevige loonsverhogingen, vooral in de overheidssector.