Dat schrijft de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) in het vandaag verschenen advies ”Wat van ver komt…”. Volgens de raad is het huidige bilaterale onderzoeksbeleid „niet effectief, overbodig en voegt het weinig toe aan bestaande initiatieven.”

De raad maakt zich zorgen dat Nederland de strijd om het binnenhalen van wetenschappelijk talent gaat verliezen. „Veel westerse landen doen pogingen om schaars wetenschappelijk talent aan zich te binden. Bij ongewijzigd beleid lijkt Nederland deze strijd te gaan verliezen.”

Om de kwaliteit van het Nederlandse onderzoek te versterken, moet ons land niet kieskeurig te werk gaan. Bij de speurtocht naar de beste onderzoekers „moet je voor lief nemen in welk land je terechtkomt”, aldus de raad.

Met het uitgespaarde geld zou het ministerie een fonds in het leven kunnen roepen om de arbeidsvoorwaarden voor buitenlandse toponderzoekers te verbeteren, de procedures voor verblijfs- en werkvergunningen te verkorten en de leges voor verblijfs- en werkvergunningen te verlagen.

De raad maakt een uitzondering voor de onderzoekssamenwerking met Indonesië. In dat land bevindt zich veel uniek onderzoeksmateriaal dat van groot belang is voor de Nederlandse wetenschap. De huidige samenwerking garandeert de toegang tot dit materiaal, stelt de raad.