Buitenland

Verhoudingen in provincie Raqqa blauwdruk voor de rest van Syrië

DAMASCUS. De Syrische provincie Raqqa zou een blauwdruk kunnen zijn van de toekomstige situatie in heel Syrië, denken Arabische analisten. Raqqa, in het noorden van Syrië, werd veroverd door een alliantie van gewapende milities. Inter­nationaal gezien werpt Iran steeds meer zijn schaduw over de Syrische kwestie.

Martin Janssen
21 May 2013 16:58Gewijzigd op 15 November 2020 03:41
President Assad (r.) gaf zaterdag een interview aan twee Argentijnse journalisten. Daarin ontkende hij stellig chemische wapens te hebben gebruikt. Foto EPA
President Assad (r.) gaf zaterdag een interview aan twee Argentijnse journalisten. Daarin ontkende hij stellig chemische wapens te hebben gebruikt. Foto EPA

De rebellen hadden er gezamenlijk gevochten om het Syrische leger te verdrijven, om deze provincie vervolgens tot „bevrijd gebied” te verklaren. Door de goede bewapening wist echter het aan al-Qaida gelieerde Jabhat al-Nusra al snel de baas te worden. Er kwamen sharia­rechtbanken, die het dragen van onzedige kleding begonnen te bestraffen met zweepslagen. Jabhat al-Nusra vecht niet zozeer tegen het Syrische regime, maar tracht zijn visie van een wereldwijd islamitisch kalifaat te rea­liseren.

De westerse fixatie op Jabhat al-Nusra verhult dat er momenteel talloze andere groeperingen met een gelijksoortige ideologie vechten in Syrië. Ze hebben gemeenschappelijk dat ze worden gefinancierd en bewapend door de Arabische Golfstaten.

Aan de andere zijde van het spectrum vechten Iran, de Libanese Hezbollah en een toenemend aantal Iraakse sjiieten even vastberaden om het regime in Damascus in het zadel te houden. In Syrië woedt zodoende een totale regionale oorlog. Het fanatisme dat hiermee gepaard gaat, komt voort uit de overtuiging dat deze strijd het voortbestaan van de eigen geloofsgroep zal bepalen.

Intussen beginnen na meer dan twee jaar burgeroorlog in Syrië steeds meer rebellenleiders zich te manifesteren als Somalische krijgsheren, die vooral onderling verwikkeld zijn in bloedige vetes over de oorlogsbuit. In december werd in Turkije onder zware westerse druk het Supreme Military Command opgericht. Dit lichaam wordt geleid door de gedeserteerde Syrische generaal Saleem Idriss. In interviews beweert hij 90 procent van de Syrische gewapende oppositie te vertegenwoordigen. Volgens nogal wat waar­nemers luidt een meer realistische inschatting dat 90 procent van de Syrische milities zich niets gelegen laat liggen aan generaal Idriss. Dat voedt weer de gedachte dat een vredesconferentie over Syrië weinig kans van slagen heeft.

De afgelopen week boekte het Syrische leger enkele belangrijke successen. Dat zal de positie van het regime bij een eventuele vredes­conferentie later deze maand aanzienlijk versterken. De aan de Jordaanse grens gelegen stad Khirbet Ghazaleh werd door het Syrische leger terugveroverd op de rebellen, waardoor hun aanvoerroute vanuit het zuiden naar Damascus werd afgesneden.

Meer westelijk heeft het Syrische leger de verovering van de strategisch belangrijke plaats Qusair bijna voltooid. Dat zal de levering van wapens en strijders vanuit Libanon voor de rebellen bemoeilijken. Zelfs de Syrische oppositie gaf de afgelopen dagen toe dat met de uitkomst van de strijd in Qusair de toekomst van het regime wordt bepaald.

Dit alles heeft de Russische vastberadenheid vergroot om inzake Syrië geen enkele concessie te doen aan het Westen. In Moskou groeit de overtuiging dat het in Syrië op het winnende paard heeft gegokt. Vooral nadat president Obama liet doorschemeren dat zijn „rode lijn” rond chemische wapens in Syrië rekkelijk is.

De Turkse premier Erdogan kwam na zijn bezoek aan Washing­ton vorige week met lege handen thuis. Uit woorden van de Amerikaanse regering diende te worden opgemaakt dat er geen interventie in Syrië ophanden is.

De Israëlische premier Netanyahu onderging in Moskou hetzelfde lot als Erdogan, toen hij de Russen ervan probeerde te overtuigen af te zien van de levering van raketten aan Syrië. Vooral de levering van de S-300 baart Tel Aviv grote zorgen. Het gaat om een luchtafweersysteem met een hoge mate van perfectie. De Russen houden echter onverkort vast aan de levering van de raketten. In Arabische media circuleerden berichten dat de Russische wapens al aanwezig zouden zijn in Syrië.

Moskou onderstreepte zijn houding door twaalf oorlogsschepen naar de Middellandse Zee te sturen. Deze actie lijkt een signaal in de richting van Tel Aviv dat Israëlische luchtaanvallen op Russische wapentransporten naar Syrië niet zullen worden getolereerd.

Iran werpt voortdurend zijn schaduw over de Syrische crisis. Het feit dat de Russische levering van S-300-raketten premier Netanyahu naar Moskou deed reizen, illustreert de Israëlische zorg dat deze raketten het militaire evenwicht in het Midden-Oosten zullen veranderen.

Het Westen deelt de vrees van Israël dat dit luchtafweersysteem in handen van Hezbollah valt. De werkelijke zorg is echter dat Syrië deze raketten via de bevriende Iraakse regering aan Iran zou kunnen leveren. Dit zou een westerse of Israëlische aanval op Iraanse nucleaire installaties uiterst riskant zo niet onmogelijk maken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer