Russische evangelist: Vele Tsjoektsjen leven in voortdurende angst voor onreine geesten
GOUDA. „God belooft dat Hij met je zal zijn, al de dagen, tot aan de voleinding der wereld. Wat moet het vreselijk zijn als God niet met je is – zoals dat geldt voor de vele Tsjoektsjen die leven in het uiterste noordoosten van Siberië. Zij leven in voortdurende angst voor onreine geesten.”
De Russische predikant Viktor Lomakin vertelde gisteren voor ruim honderd jongeren in het gebouw van de stichting Friedensstimme in Gouda over zijn ervaringen als evangelist in Tsjoekotka. Vanuit zijn baptistengemeente in Koersk werd hij in 1996 als evangelist uitgezonden naar Tsjoekotka om daar het Evangelie te gaan verkondigen. „Ik was nog maar drie dagen in een gezin toen zij bemerkten dat de boze geesten niets konden doen. Die mensen kwamen tot rust.” Lomakin mocht hun vertellen hoe lief God de mensen heeft. „De Heere heeft wonderen gedaan. Als we Hem kennen, zijn we de allergelukkigste mens op de hele wereld.”
De predikant verhaalt hoe God tot twee keer toe zijn leven heeft gered. Hij had al afscheid genomen van deze aarde toen hij bijna schipbreuk leed. „Maar de Heere vond het nodig dat ik nog een poosje op aarde bleef.”
In 2002 werd Viktor Lomakin beroepen tot predikant in een van de baptistengemeenten in Koersk, waar hij verantwoordelijk is voor het jeugdwerk in de hele classis. Ook is hij verantwoordelijk voor de aansturing van acht evangelisten in Tsjoekotka.
Nikolai Solotoechin is hier als evangelist werkzaam. Ook hij vertelde gisteren over zijn werk daar. „Ik was 16 jaar en ongelovig. Toen een vriend van me omkwam door een ongeval dacht ik: Wat is eigenlijk de zin van mijn leven? Die vraag kwam ik in het Woord van God tegen. En net als met Pinksteren stortte Hij Zijn Geest in mij uit. Gehoorzaam aan Zijn Woord ben ik Hem gaan dienen en het Woord gaan prediken.” Solotoechin riep de jongeren ertoe op dat ook te gaan doen. „Als de Heere Zijn Geest in je uitstort, ga je ook profeteren.”
Gerhard Jansen, jeugdleider van een baptistengemeente in het Duitse Troisdorf, vertelde over Michaël. Hij zat al drie jaar in de gevangenis toen Jansen voor een jeugddienst in zijn baptistengemeente in de voormalige Sovjet-Unie kwam. Michaël was opgepakt omdat hij evangeliseerde. Zijn vrouw overleed tijdens zijn gevangenschap. Hij mocht zelfs geen afscheid van haar nemen. De kinderen verbleven tijdens zijn gevangenschap bij hun oma. Nadat Michaël werd vrijgelaten, werd hij opgeroepen door de KGB. Hij moest zijn gemeente registeren of vijf jaar de cel in. Hij koos voor het laatste. „Michaël wilde geen verrader zijn. In die vijf jaar heeft zijn broederschap voor hem gevast en gebeden. In die tijd zijn al zijn kinderen tot geloof gekomen.”