Ds. Reinders op zendingsmiddag: Ook op zendingsveld komt het aan op geloof
WIJK EN AALBURG. Hier en op het zendingsveld komt het aan op het geloof, aldus ds. B. Reinders. De hersteld hervormde predikant uit Staphorst voerde maandag het woord tijdens de jaarlijkse zendingsmiddag in Wijk en Aalburg.
De bijeenkomst was georganiseerd door het regionale zendingscomité Land van Heusden en Altena. Ds. Reinders sprak over Openbaring 7:9 en 10. Hij legde de ongeveer 400 aanwezigen uit dat Johannes een schare ziet die niemand tellen kan. „Maar de Heere heeft ze allen geteld. Hij kent ze allen. Wat een verscheidenheid! En toch zien we ook eenheid. Want Gods werk is altijd één. Want God is één. Hier is er kerkelijke verscheidenheid, maar dan is die er niet meer.”
Hij stelde verder dat de lange klederen waarin de schare gekleed is, wijzen op rust. „Dit betekende in het Oosten dat men klaar was met de arbeid. Een lang kleed zit in de weg. Daarom werd het opgeschort met een gordel. Dan kon er gewerkt worden. Voor de triomferende Kerk is het werk gedaan, de strijd voorbij. Zij hebben de drievoudige strijd gestreden tegen de wereld, de duivel en bovenal het eigen vlees.”
De Staphorster predikant benadrukte dat Christus de overwinning heeft behaald. „In de hemel wordt het werkelijk waar: Niets uit ons en alles uit Hem. God Drie-enig krijgt de eer van de zaligheid. Door U, door U alleen, om ’t eeuwig welbehagen.”
Omdat ds. A. J. Britstra, predikant van de hersteld hervormde gemeente te Doornspijk, onverwachts verhinderd was, sprak ds. Reinders ook een tweede meditatie uit. Hij deed dit naar aanleiding van Mattheüs 15:21-28, over de Kananese vrouw. „Die vrouw moet niet worden toegebracht. Nee, zij is al toegebracht. Haar geloof moet openbaar worden gemaakt. Bij deze vrouw komt openbaar dat het geloof werkzaam is.”
Het geloof van de Kananese vrouw wordt beproefd, vervolgde ds. Reinders. „Jezus noemt die vrouw een „hondeke”, een hondje. Een godsdienstig mens zou zich beledigd voelen. Als de Heere maar in je hart werkt! Een jongeman werd in de kerk van de ene plaats naar de andere gestuurd. Maar hij werd niet boos, want hij besefte: Ik heb geen plaats verdiend.”
De predikant gaf aan dat God Zijn eigen werk kroont. „De Heere Jezus zegt: Groot is uw geloof. En weet u waar het op aankomt, hier en op het zendingsveld? Op het geloof. De Heilige Geest, die is uitgestort met Pinksteren, is nu de Werkmeester van het geloof. Wat gaan we dan geloven? Dat we moeten sterven. Dat we voor God moeten verschijnen. Dat we met God verzoend moeten worden. Het geloof gaat Gods vrijmacht aanbidden: de Heere is niets aan ons verplicht. Maar de Heere verhoort het gebed van de vrouw. Zo wil Hij nog gebeden verhoren.”