Koningin bij congres homo-emancipatie
DEN HAAG. De organisatie van de Internationale Dag tegen Homofobie (Idaho) kan tevreden zijn: niemand minder dan koningin Máxima gaf donderdag acte de présence.
In meer dan honderd landen wordt er vrijdag aandacht aan besteed: het is de Internationale Dag tegen Homofobie. Die dag wordt al jaren op 17 mei gevierd, omdat op die datum in 1991 de Wereldgezondheidsorganisatie besloot om homoseksualiteit van de lijst geestesziekten af te halen. Ook donderdag waren er in Den Haag al allerlei activiteiten in het kader van homo-emancipatie. De reden: voor het eerst is er ook een Europese editie van Idaho, inclusief een tweedaags congres.
En waar kan dat congres beter gehouden worden dan in Nederland, waar het homohuwelijk voor het eerst werd toegestaan? Initiatiefnemer is minister Bussemaker (Emancipatie), en Nederland is ook het gastland voor het tweedaagse festijn.
Donderdag verwelkomden de organisatoren al meer dan 700 deelnemers uit binnen- en buitenland in Den Haag. Bussemaker trad namens het kabinet op als gastvrouw en ontving onder anderen collega-ministers uit Finland, België, het Verenigd Koninkrijk en Zweden.
Als klap op de vuurpijl was er koninklijk bezoek: donderdagavond nam koningin Máxima deel aan het diner dat ter ere van het congres in de Ridderzaal in Den Haag werd gehouden. Minister Bussemaker hield daar een toespraak.
De aanwezigheid van de koningin kan uitgelegd worden als een signaal dat zij de acceptatie van homoseksualiteit van groot belang vindt. Uit eerder onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau bleek dat Nederland wat die acceptatie betreft nog altijd koploper is in de wereld.
Vrijdag zal dat wellicht opnieuw blijken: dan wordt er in Den Haag een nieuw onderzoek gepresenteerd over hoe het gesteld is met homofobie binnen de landen van de EU. Het congres sluit af met de uitreiking van de zogeheten Jos Brinkprijs aan een persoon of instantie die zich verdienstelijk heeft gemaakt voor de emancipatie van homo-, bi- en transseksuele mannen en vrouwen.