*
DEN HAAG. Een werkgroep van artsen en ambtenaren van het ministerie van VWS moet helderheid gaan brengen over de wettelijke mogelijkheden rond euthanasie bij dementie.
Dat heeft minister Schippers (VWS) donderdag besloten. Schippers koos voor een werkgroep na een overleg met artsenorganisatie KNMG en oud-minister Borst (D66), die betrokken was bij de totstandkoming van de euthanasiewet. Zowel KNMG als Borst zocht onlangs de publiciteit over euthanasie en dementie. Daaruit bleek dat ze de wet uit 2002 verschillend interpreteren.
Volgens de letter van de wet kan een arts bij een euthanasiewens zowel afgaan op een mondeling verzoek van de patiënt als op een eerder door hem opgestelde schriftelijke wilsverklaring. Kiest hij voor het laatste dan zijn, zo zegt de wet, de overige zorgvuldigheidseisen „van overeenkomstige toepassing.” Concreet houdt dit in dat euthanasie op basis van een schriftelijk verzoek kan, mits de arts op enigerlei wijze tot de slotsom komt dat de patiënt uitzichtloos en ondraaglijk lijdt.
Voorwaarde daarvoor is wel dat arts en patiënt nog met elkaar kunnen communiceren, zo bepaalde artsenorganisatie KNMG in 2010 in een aanvullende richtlijn. Daarin staat: „Als communicatie niet mogelijk is, kan de arts niet meer met de patiënt nagaan of hij in deze situatie een doodswens heeft.” Borst ziet de richtlijn als een onterechte inperking, die ingaat tegen de geest van de wet.
Schippers, die zich het liefst buiten het geschil houdt, liet de Tweede Kamer onlangs nog weten dat artsen bij euthanasieverzoeken van patiënten met dementie „van geval tot geval” moeten beoordelen of er aan de zorgvuldigheidseisen is voldaan.