Inwoners Kanaleneiland voelen zich thuis in hun wijk
„Mensen in aandachtswijken zijn vaker dan vroeger tevreden over hun woonomgeving”, rapporteerde Woononderzoek Nederland 2012 onlangs. Herkenbaar, zeggen bewoners van Kanaleneiland.
De waarschuwing „Let op! Slecht wegdek. Matig uw snelheid” op het gele bord aan het begin van de Marshalllaan in de Utrechtse wijk Kanaleneiland lijkt overbodig. Het wegdek is dermate slecht dat automobilisten als vanzelf op de rem trappen en vaart minderen.
Aan weerskanten van twee banen eenrichtingsverkeer bevindt zich hoogbouw. De wegen worden gescheiden door een groenstrook. Een groen bordje met witte letters attendeert de bezoeker erop dat het grasveld fungeert als „hondentoilet.” Honden zijn er echter nauwelijks in dit overwegend islamitische deel van Utrecht.
De appartementen zien er eentonig uit: bruine stenen, zwarte kozijnen en een witte balustrade. Elk portiek heeft in een andere taal het woord ”welkom” op de gevel staan. Voor een ingang liggen enkele fietsen neergesmeten. Bij een volgend blok staan de fietsen juist statig rechtop in het rek. Op straat spelen veel jonge kinderen. Verder in de wijk verandert het type huizenbouw, evenals de diverse tuintjes. Die variëren van keurig kortgemaaid gras tot hoge halmen, vergezeld van het nodige onkruid.
Tuintje
Slecht onderhouden tuinen zijn een 85-jarige man, naar eigen zeggen „een van de weinige overgebleven autochtone inwoners van Kanaleneiland”, een doorn in het oog. „Ik heb mijn leven lang op de grote vaart gezeten en talloze culturen van nabij meegemaakt. Ik wil op niemand mopperen, maar in de vijftig jaar dat ik in Kanaleneiland woon, heb ik de wijk hard achteruit zien gaan. De vele allochtonen die zich hier hebben gevestigd, maakt het niets uit hoe hun tuintje erbij ligt. Ze hebben een ander gevoel voor netheid dan veel Nederlanders; gooien hun rommel maar neer in de tuin. Jammer.”
De klacht van de oude man lijkt een uitzondering. „Waarom mensen tevredener zijn over hun woonomgeving?” vragen twee medewerkers van een snackbar in winkelcentrum Kanaleneiland. „Omdat wij onze zaak hier hebben natuurlijk.” Om serieus te vervolgen dat de buurt de laatste jaren is opgeknapt. Dat komt bijvoorbeeld door cameratoezicht en de inzet van straatcoaches.
Volgens een van de mannen speelt in het toegenomen woongenot mee dat de bevolking in de wijk homogener is geworden. „Autochtone bewoners zijn er vrijwel niet meer. Hun plaats wordt ingenomen door Marokkanen en Turken. Logisch dat zij zich steeds meer thuis voelen in hun wijk. Ze vinden het heerlijk om tussen hun eigen volk te wonen”, aldus de een, die aan zijn relaas toevoegt niet met zijn naam in de krant te willen. „Ik hoef geen steen door de ruit.”
Boerka
Hoewel vrouwen in hoofddoek het straatbeeld domineren, kijken velen toch vreemd op als er iemand in een boerka door het winkelcentrum loopt. Verschillende mensen kijken nog eens achterom of ze het wel goed hebben gezien. Een blonde vrouw kijkt een tikkeltje afwijzend.
Een ongeveer 40-jarige vrouw met een Marokkaans uiterlijk reageert afwerend op de vraag of ze in Kanaleneiland woont en of ze het ermee eens is dat de leefkwaliteit er toegenomen is. „Ik begrijp niet Nederlands”, om vervolgens door te rijden met haar kinderwagen.
Een 27-jarige Surinaamse moeder wandelt met haar zoontje van 4 richting de uitgang. Of zij zich thuis voelt in haar wijk? „Toen ik hier vier jaar geleden ging wonen, wist ik dat Kanaleneiland een slechte naam had. Overdreven. Ik ben nog nooit lastiggevallen en voel me veilig op straat.”
Op een bankje op het plein bij het winkelcentrum zit een 68- jarige man te genieten van de zon. „Ik kom uit Armenië en woon al tien jaar in deze wijk. Vanaf 2007 zijn er hier echt dingen gaan veranderen. De politie heeft de touwtjes stevig in handen gekregen en treedt zo nodig hard op. De situatie is hier duidelijk verbeterd. Ik voel me echt thuis in Kanaleneiland.”
Vooruitgang in krachtwijk
Het aantal inwoners van aandachtswijken dat ontevreden is met de woonomgeving, is ten opzichte van 2002 met 10 procent afgenomen. De gerichte aanpak van de overheid werpt zijn vruchten af. Hoewel landelijk gezien verloedering, zoals bekladding van gebouwen en rommel op straat, steeds vaker wordt gesignaleerd, neemt die in aandachtswijken juist af. Desondanks blijft het aantal vervelende voorvallen er relatief hoog.
Inwoners van aandachtswijken geven vaker aan dat mensen in de buurt prettig met elkaar omgaan, dat de wijk saamhorigheid kent en dat ze zich in hun omgeving thuis voelen. Vooral inwoners van achterstandswijken beschouwen de toekomst van hun buurt als positief.
Bron: Woononderzoek Nederland 2012