Commentaar: Wereld worstelt met machteloosheid rond Syrië
De geruchtenmachine in het Midden-Oosten draait –zoals gewoonlijk– weer op volle toeren. Variërend van holle retoriek tot ondubbelzinnige dreigementen. Het blijft een lastige opgave de loop der gebeurtenissen te duiden. Hier geldt eens te meer het Arabische spreekwoord: Voorspellen is moeilijk – zeker als het om de toekomst gaat.
Neem de verhouding tussen Israël en Syrië. Jeruzalem heeft de afgelopen twee jaar steeds benadrukt dat het niet zit te wachten op de val van het regime in Damascus. President Bashar al-Assad heeft ervoor gezorgd dat de grens tussen Israël en Syrië altijd opmerkelijk rustig is gebleven. Dat kan van andere grensgebieden van de Joodse staat bepaald niet worden gezegd.
Gisteren waarschuwde Israël echter plotseling dat Assad de omverwerping van zijn regime riskeert als hij het waagt Israël aan te vallen. Aanleiding vormden de Syrische dreigementen om de Joodse staat te bestoken – al dan niet via Palestijnse of Libanese terreurgroepen.
Damascus zint nog steeds op wraak voor de Israëlische luchtaanvallen van twee weken geleden op doelen in Syrië. Israël wilde daarmee voorkomen dat geavanceerde wapens in handen van de Libanese Hezbollahbeweging zouden vallen.
Een rechtstreeks offensief tegen Israël durft Assad hoogstwaarschijnlijk niet aan. Ondanks zijn retoriek kent hij zijn eigen krachten – en zeker die van Israël.
Vergeldingsacties door Hezbollah en Palestijnse terroristen zouden dan meer voor de hand liggen. Israëlische media wisten deze week te melden dat Iran er bij Damascus op heeft aangedrongen het groene licht voor dergelijke aanvallen te geven.
Israël heeft op zijn beurt laten weten dat het Syrië verantwoordelijk zal houden voor elke aanval die vanaf Syrisch grondgebied op de Joodse staat wordt uitgevoerd. Dus ook bij een indirecte operatie tegen Israël riskeert Assad de val van zijn regime.
De vraag blijft intussen of een machtswisseling in Damascus voor Israël wenselijk is. De alternatieven die op dit moment voorhanden zijn voorspellen geen van alle rust aan Israëls noordgrens.
Het gaat natuurlijk niet aan om een lans te breken voor een president die al meer dan twee jaar grof geweld tegen de eigen bevolking gebruikt. Zo iemand kan bij voorbaat weinig aanspraak op legitimiteit maken. Maar de internationale gemeenschap moet, te midden van alle geroep om bewapening van de Syrische rebellen en het aftreden van Assad, wel terdege beseffen dat een machtsovername door radicale krachten weinig zal bijdragen aan stabiliteit in het Midden-Oosten – en daarmee in de wereld.
Misschien weet de internationale gemeenschap dat ook wel. En worstelt zij met een begrip dat al decennialang conflicten laat voortduren: machteloosheid.
Intussen staat het dodental van de Syrische burgeroorlog volgens mensenrechtenorganisaties op zo’n 80.000. De voorspelling dat dit jaar de 100.000 wordt gehaald lijkt akelig dicht in de buurt van de werkelijkheid te komen. Machteloosheid.