Noodtoestand in noordoosten Nigeria
LAGOS. De Nigeriaanse president Goodluck Jonathan heeft dinsdag in drie deelstaten in het noordoosten van het land de noodtoestand uitgeroepen.
Hij ging hiertoe over vanwege toenemende guerrilla-acties door islamitische extremisten.
In een toespraak voor de staatsradio en -televisie zei Jonathan dat er in de deelstaten Adamawa, Borno en Yobe extra militairen komen. Vooralsnog blijven de politieke leiders van de deelstaten op hun post.
De militairen krijgen het bevel om elk gebouw waar zich vermoedelijk extremisten ophouden, te verwoesten. Volgens de president is Nigeria „in oorlog” met de extremisten.
Een van de bekendste groepen die vechten tegen de federale regering is Boko Haram, een radicale islamitische sekte die strijdt tegen westerse invloeden. De groep eist de vrijlating van gevangen leden en wil in heel Nigeria, een multi-etnisch land met meer dan 160 miljoen inwoners, de sharia invoeren. Vanuit Boko Haram zijn er verschillende splintergroepen ontstaan en sommige leden hebben volgens analisten contact met twee andere met al-Qaida verbonden groepen in Afrika.
Het is nog maar de vraag of het uitroepen van de noodtoestand soelaas biedt. Eind december 2011 kondigde Jonathan een soortgelijke noodtoestand af in vier deelstaten, waaronder ook Borno en Yobe, maar de aanvallen van de extremisten zijn daarna gewoon doorgegaan.
Leger en politie in Nigeria worden ook vaak beschuldigd van het willekeurig martelen of vermoorden van verdachten en vergeldingsacties tegen burgers na aanslagen door extremisten.