Paul S.: moord met voorbedachte rade
Justitie in Maastricht beschuldigt Paul S. (37) van moord met voorbedachte rade. Dat maakte persofficier W. Smits van het Openbaar Ministerie (OM) maandag bekend.
S. wordt maandagmiddag voorgeleid aan de rechter–commissaris in Maastricht. Volgens de advocaat van de verdachte is er geen sprake van voorbedachte rade omdat bij S. de „stoppen doorsloegen" toen hij vrijdagmorgen zijn woning niet meer in kon, omdat daar de sloten vervangen zouden zijn. Maar Smits zegt dat S. „na kalm beraad" gehandeld heeft. „iemand die zich omgort met militaire outfit en dan eerst in een woning aan de Renierstraat drie mensen doodschiet, vervolgens naar de sportschool rijdt en daar weer iemand doodschiet, doet dat met voorbedachte rade. Dat is moord", aldus Smits.
Uit sectie op de lichamen van de vier vermoorde slachtoffers is gebleken, dat alle schoten uit een en hetzelfde wapen zijn gelost, aldus Smits. Het OM wil verder een onderzoek van de verdachte door het Pieter Baancentrum. Volgens het OM is de rechtsorde door de viervoudige moord ernstig geschokt, en bestaat er risico voor herhaling.
Aan de moorden gingen bedreigingen en mishandelingen vooraf, meldden getuigen, buren en vrienden van het vermoorde echtpaar Vromen. Direct na de moorden op de Renierstraat belde een buurman naar eigen zeggen 112, omdat hij S. in uniform en met een vuurwapen bij de familie Vromen had zien binnen gaan en daar vreemde „plop"–geluiden gehoord had. Daarna rende de verdachte weg, stapte in zijn rode Mercedes en reed met piepende banden weg. Volgens de buren heeft de politie niet op dat telefoontje gereageerd, en vond ze de lijken pas uren later. Ook de broer van de verdachte, een 34–jarige man uit Landgraaf, zou de politie gewaarschuwd hebben dat S. iets ergs wilde gaan doen. En ook op die melding zou de politie niet hebben gereageerd.
Smits zegt, dat justitie alle verhalen over meldingen rond S., voorafgaand aan de moorden, gaat natrekken. „Er zijn nogal wat getuigen die zeggen voorafgaand aan het schieten iets gehoord of gezien te hebben, en dit bij de politie gemeld te hebben", weet Smits. „Deze getuigen zeggen ook dat de politie niks deed met die meldingen. Deze beweringen gaan we na." Elke melding bij de politie wordt volgens Smits vastgelegd op band, in een mutatie of in een proces–verbaal. „Die gaan we dus bekijken", zegt hij.