Opinie

Pinksterorde

Al vele jaren behoor ik tot een kerkverband dat grote waarde hecht aan orde. Waarschijnlijk omdat het voortkwam uit groepjes waar het nogal onordelijk toeging. Daar is nu weinig meer van te merken. Op zondag treedt de kerkenraad klokslag tien uur de kerkzaal binnen, dankzij een diaken die in de consistorie de secondewijzer van de klok in de gaten houdt. In het gebed aan het begin van de dienst wordt gebeden of alle dingen met orde mogen geschieden. We voelen allemaal aan wat daarmee wordt bedoeld. Dat de microfoon het niet begeeft, tijdens de dienst niemand begint te braken en jongelui geen steen door de ruiten gooien.

Hylke
14 May 2013 12:51Gewijzigd op 15 November 2020 03:33

Aan het eind van de dienst trekken de broeders strak in het gelid weer naar de consistorie. Bij voorkeur klokslag anderhalf uur na het begin. Want ook daarin past orde. Zelfs bij calamiteiten dient die te worden gehandhaafd. Daarom houden we op gezette tijden een ontruimingsoefening. Direct na de preek beklimt een broeder de kansel. Luidkeels maant hij de vakhoofden tot actie. Die vakhoofden hebben een gereserveerde plek. Bij een geënsceneerde ramp doen ze een band om hun bovenarm en geleiden ze de kerkgangers van hun vak ordelijk naar buiten. Er is zelfs een brancard beschikbaar.

In het schuurtjeskerkje waar ik opgroeide, hadden we die niet. Als daar een vrouw flauwviel, werd ze aan armen en benen naar de consistorie gesjouwd, onder toeziend oog van onze enige EHBO’er. Tijdens het transport kon hij weinig uitrichten. Dan liet hij het bij de krachtige roep: „Blijven ademen!” Dat was in alle omstandigheden een zinvol advies. Een van de bestuursleden –ouderlingen kenden we niet– kreeg onder het lezen van de preek soms een flauwte. Dat was geen reden om hem aan de kant te schuiven, want Leen was een bekeerde man. Geduldig wachtten we tot zijn flauwte voorbij was.

Tijdens een avondmaalsdienst waarin de dominee nog een laatste keer dringend nodigde, hoorden we gekraak op het orgelbordes en het geratel van voeten op de trapleer. Onze organist ging onder tranen aan de tafel. Na brood en beker mocht hij een psalm opgeven. Het werd de Lofzang van Zacharias, terwijl buiten de zon op de klinkers brandde. Een hulporganist klom halsoverkop achter het klavier.

Erg ordelijk was het allemaal niet. Toch denk ik er soms met heimwee aan terug. Met het oog op het naderende pinksterfeest viel het me weer op wat er gebeurt als Gods Geest op bijzondere wijze neerdaalt. Dan gaan mensen onder de preek roepen. Dan weet Paulus in Troas niet van ophouden. Dan beginnen gewone gemeenteleden spontaan te profeteren. Kortom, van ónze orde blijft dan weinig over. Maar het is wel tot stichting van Gods gemeente.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer