In de ‘groene’ provincies Overijssel en Gelderland steunen collega’s het plan, zegt Munniksma in het interview.

De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) zal staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) donderdag het advies geven om de komende jaren vooral robuuste natuurgebieden te ontwikkelen in Nederland: die kunnen tegen een stootje en zijn goedkoper in het beheer.

Het probleem dat zich daarbij echter voordoet, is dat die gebieden in handen zijn van verschillende natuurorganisaties, zoals Staatsbosbeheer, Rijkswaterstaat, Natuurmonumenten en de twaalf provinciale Landschappen. Die plaggen allemaal hun eigen stukje heide en verzorgen zelf de houtoogst. Die kleinschaligheid brengt hoge kosten met zich mee en als er grootschalige ingegrepen aan de orde zijn, zoals een waterpeilverhoging, vergt dat onnodig veel overleg.

Een onderlinge ruilverkaveling zou een einde maken aan deze inefficiënte lappendeken, stelt Munniksma. Zijn voorstel sluit aan bij de conclusie die de natuurorganisaties zelf eerder trokken dat de onderlinge concurrentie veel geld kost. Adviesbureau McKinsey becijferde onlangs dat er jaarlijks 50 miljoen euro bespaard kan worden als de instanties beter samenwerken, aldus Trouw. Besparingen door ruilverkaveling komen daar nog bovenop.

De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur schrijft in zijn advies dat de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) –dat natuurgebieden met elkaar moet verbinden– door bezuinigingen niet zo kan worden gerealiseerd als eerder was beoogd. De raad wil daarom vooral inzetten op de inrichting van het landschap, in plaats van verdere aankoop van gebieden.