Italiaans parlementslid op sandalen wijst collega’s de weg
ROME. Mario Sberna loopt op sandalen, woont bij nonnen in en geeft meer dan driekwart van zijn salaris weg. Het Italiaanse parlementslid wil een voorbeeld zijn van soberheid.
Op het tijdstip van de afspraak voor het Italiaanse Huis van Afgevaardigden is Mario Sberna nergens te zien. Dan gaat de telefoon. „Het spijt me vreselijk, maar ik zit nog in de metro, en moet daarna nog een kilometer te voet afleggen.”
Een kwartier later meldt de Italiaanse parlementariër zich terwijl de regen met bakken uit de lucht komt. Sberna draagt een eenvoudig donker pak en zwarte sandalen. Hij is nog maar kort lid van het parlement, maar heeft met zijn schoeisel al naam gemaakt in een land waar vorm uiterst belangrijk is.
„Ik begon 25 jaar geleden om in de veertigdagentijd op sandalen te lopen. Als een teken van eenvoud. Maar het leidde ertoe dat ik ze nog steeds draag. Om te laten zien dat we sober moeten leven.”
Het was ex-premier Mario Monti die begin dit jaar Sberna kandidaat stelde. Sberna (vader van vijf kinderen) was tot zijn verkiezing de voorzitter van de Bond van Grote Gezinnen. „Ik heb erin toegestemd de politiek in te gaan, omdat ik onze doelstellingen daarmee beter kan realiseren.”
De gezinspolitiek in Italië is dramatisch, meent Sberna, die praktiserend rooms-katholiek is. „Lange tijd gold in Italië dat ”alle politiek familiepolitiek” is, omdat families de basis van de samenleving vormen. Maar er is nooit echt werk van gemaakt om het gezinsleven en het krijgen van kinderen te stimuleren.”
Nog maar een paar jaar geleden meldde een christendemocratische minister Sberna serieus dat zijn regering veel deed voor gezinnen. „We hebben het mandaat in Afghanistan verlengd, en aangezien de meeste militairen vader zijn van een gezin, helpen we families”, had de bewindsman gezegd. Sberna moet lachen. „Absurd”, zegt hij.
Italië heeft een van de laagste geboortecijfers ter wereld. Het is vermoedelijk het gevolg van de weinig genereuze familiepolitiek.
Kinderbijslag bestaat er eigenlijk niet. Alleen lage inkomens hebben recht op hooguit 80 euro per maand per kind. Gezinnen vanaf drie kinderen kunnen overheidshulp uit hun hoofd zetten.
„De wetgever stelt dat er dan sprake is van schaalgrootte. Je zou relatief goedkoper uit zijn door groot in te kopen. Jammer genoeg gaat dat niet op voor onder andere het openbaar vervoer en energierekeningen.”
Sberna heeft smakelijke verhalen om zijn punt duidelijk te maken. „Er bestaat een schaal van vijf tarieven voor elektriciteit. De onderste trap, het zogenaamde sociale tarief, is bedoeld voor armere mensen die weinig consumeren. Dat klinkt heel redelijk, maar helaas wordt er geen rekening gehouden met het aantal mensen per huishouden. Berlusconi heeft zo’n tien villa’s, waarin hij af en toe verblijft. Zijn energieverbruik per villa leidt ertoe dat hij tien keer in het sociale tarief valt. Ons gezin met zeven leden betaalt de hoogste prijs.”
Niet alleen met zijn schoeisel of met het feit dat hij met (tweedeklas) openbaar vervoer reist, neemt Sberna een opvallend standpunt in. Het parlementslid, dat in het noordelijke Brescia woont, verblijft zo’n drie dagen per week in Rome en neemt dan ’s avonds zijn intrek in een klooster. Hij zegt soep met de zusters te eten. Anders dan vele collega’s zoekt hij niet het mondaine leven van Rome.
Van het uiterst comfortabele inkomen als parlementariër zet hij maandelijks 2500 euro op de bank. De rest (in april ruim 9000 euro) maakt hij over aan een fonds dat bijstand verleent aan grote gezinnen. De overschrijvingen zet hij als bewijs op zijn persoonlijke website.
Sberna denkt dat hij van betekenis kan zijn in het nieuwe parlement. Wel is het sneu dat de nieuwe regering-Letta geen (onder)minister heeft aangesteld voor familiezaken. „Ik hoop dat minister Delrio (vader van negen kinderen, EK) alsnog de portefeuille krijgt”, lacht Sberna.