Commentaar: Christenen kunnen van Joden leren bij minderheidspositie
Prinses Beatrix wil graag afscheid nemen van het hele Nederlandse volk. Met de nadruk op het woordje héle. Het Nationaal Comité Inhuldiging heeft daarvoor in de agenda zaterdag 14 september geprikt. Een datum ruim na 30 april én na de periode van de zomervakanties. Zodoende werd de aandacht op 30 april niet van koning Willem-Alexander afgeleid en krijgt na de vakantie iedereen die dat wil de gelegenheid het afscheid mee te beleven.
Nog voordat er veel details over het programma bekend zijn, was er ineens een flinke domper op de feestvreugde. Joden wereldwijd vieren op 14 september namelijk Jom Kipoer, de Grote Verzoendag. Deze voor Joden heiligste dag van het jaar begint bij zonsondergang op vrijdagavond 13 september en duurt tot zonsondergang op zaterdag 14 september.
In Israël ligt op die dag het openbare leven stil. Letterlijk en figuurlijk. Fabrieken en kantoren zijn dicht, de snelwegen zijn verlaten en de synagoges zitten vol. En uitgerekend op die dag neemt onze oud-koningin met een grootse happening in Rotterdam afscheid van haar onderdanen.
Nu kunnen we zonder enig voorbehoud vaststellen dat er bij het kiezen van deze datum een vergissing is gemaakt. Van kwade opzet is geen sprake en ongetwijfeld zit het Koninklijk Huis flink met deze kwestie in de maag. Enerzijds wil het Joden niet uitsluiten, maar anderzijds kun je met zo’n evenement agendatechnisch ook bijna niet schuiven.
Ondertussen ligt het feit er wel. Bijna als een mijlpaal. Zelfs bij dit soort nationale gebeurtenissen wordt blijkbaar geen rekening meer gehouden met minderheden. Dat het hier gaat om een zeer kleine minderheid, doet aan dat feit niets af. De verbondenheid van de Joodse Nederlanders met het huis van Oranje is de eeuwen door altijd zeer sterk geweest. Juist in ons land immers kunnen zij al sinds vele eeuwen openlijk hun godsdienst belijden. Een unicum.
De Joodse gemeenschap heeft ondertussen met verdriet gereageerd op het feit dat het afscheid van Beatrix door hen niet meegevierd kan worden. Nuchter constateerden hun voormannen dat de Joodse bevolkingsgroep zó klein is geworden dat ze er eigenlijk niet meer toe doet.
Weten Joden dit al heel lang, christenen komen ook steeds meer tot dat besef. Met Hemelvaartsdag net achter de rug en tweede pinksterdag in het verschiet, kun je constateren dat het bijzonder is dat deze christelijke feestdagen nog steeds nationale vrije dagen zijn. Hoe lang dat nog zo zal zijn, weet niemand. Maar de voortekenen lijken bepaald niet gunstig.
Wat christenen van de Joodse gemeenschap kunnen leren, is hoe je op een waardige manier minderheid kunt zijn in een geseculariseerd land. Joden zijn –buiten Israël– namelijk altijd een minderheid geweest. De afwezigheid van vervolging en het in vrijheid mogen belijden van hun religie is voor hen al een groot geschenk. Verder hebben ze niet zo veel eisen. Ze weten te goed dat het ook heel anders kan.
Christenen in Nederland zullen die les in dankbaarheid nog leren moeten.