Reshma zelf zei tegenover de lokale tv dat ze niet had durven dromen ooit nog het daglicht te mogen zien.

Toen bergers bezig waren puin weg te halen, hoorden ze haar roepen. Ze haastten zich vervolgens Reshma te bevrijden uit haar benarde positie. Onder gejuich van omstanders werd ze uit het puin gehaald. Ze had overleefd op gedroogd voedsel dat ze vond. De laatste 2 dagen had ze niets te eten, maar nog wel wat water, vermoedelijk bluswater dat de brandweer eerder had gebruikt om een brand te doven.

Sinds de ramp op 24 april zijn inmiddels meer dan 1045 lijken geborgen. In het gebouwencomplex bij de hoofdstad Dhaka waren onder meer vijf textielfabriekjes gevestigd die ook voor westerse kledingketens produceerden.

Inmiddels wordt de roep om meer veiligheid in de textielfabriekjes in lagelonenlanden luider. Meer dan een miljoen mensen hebben wereldwijd een petitie getekend voor betere veiligheid in de fabrieken in Bangladesh, aldus de organisatie Schone Kleren Campagne (SKC). Deze organisatie heeft een internationaal netwerk opgebouwd en werkt samen met verscheidene organisaties die de handtekeningen verzamelden. De petitie richt zich op internationale kledingmerken die kleding in Bangladesh laten maken.

De ondertekenaars vinden dat er direct een bindende overeenkomst over veiligheid moet komen, waaraan ondernemers zich moeten houden. De beoogde overeenkomst regelt onder meer ook onafhankelijke inspecties van fabrieken. Ook het recht van vakbonden om arbeiders te informeren over hun rechten en veiligheid is erin opgenomen.

In de kledingindustrie in Bangladesh werken tussen de 3 en 5 miljoen mensen. Sinds 2005 zijn volgens SKC meer dan 1700 textielarbeiders in dit land omgekomen wegens onveilige gebouwen.

Eerder deze week riepen deskundigen van de Verenigde Naties kledingmerken op om de werkomstandigheden in de kledingindustrie in Bangladesh te verbeteren. „Dat is hun verantwoordelijkheid”, aldus de deskundigen van de VN.