De trein: niet alleen zegen, ook vloek
Een zegen of een vloek? Het is een vraag die de eeuwen door nogal eens is gesteld. Rond de uitvinding van de boekdrukkunst; meer recent ten aanzien van internet. In de negentiende eeuw riep de komst van de trein, het spoor, dezelfde vraag op: zou het een zegen of een vloek blijken te zijn? En zoals zo vaak bleek ook hier het antwoord: beide.
Waarbij de vólgende vraag is of de balans een beetje in evenwicht is gebleven – als je dat zo zeggen kunt. Volkomen theoretisch, maar: stel dat er in de jaren 1940-1945 geen treinen waren geweest, hoeveel van de 104.000 Nederlandse Joden zouden er dan in Westerbork en vandaaruit in de Duitse concentratiekampen zijn terechtgekomen? Om van de miljoenen anderen, ook niet-Joden, maar te zwijgen.
Zo ver gingen de gedachten van een anonieme Duitser in 1833 niet, is te lezen in het boek ”Sporen naar het front. Spoorwegen en oorlog” van „spoorkenner bij uitstek” dr. Guus Veenendaal. De „Duitse optimist” schreef dat de komst van de spoorwegen tot gevolg zou hebben dat er nooit meer oorlog zou komen. „Want wanneer elk land en elke natie duizenden manschappen in korte tijd naar elk gewenst punt zou kunnen brengen, had het toch geen zin meer om oorlog te voeren?”
”Sporen naar het front” verscheen –los van, maar wel– in het kader van de gelijknamige tentoonstelling die momenteel in Het Spoorwegmuseum in Utrecht loopt. Het mooi uitgevoerde boek, weer een echte Wbooksuitgave, beschrijft de minder mooie rol die de trein in de loop van de geschiedenis óók heeft gespeeld. Daarbij beperkt het zich niet tot Nederland en de Tweede Wereldoorlog. Ook, om maar wat te noemen, de Krimoorlog, de Amerikaanse Burgeroorlog, de Eerste Wereldoorlog en de decennia ná 1945 komen aan bod, evenals de spoorwegen in Rusland, Azië, het Midden-Oosten en de Nederlandse koloniën.
Op de laatste bladzijde van zijn overzichtswerk maakt Veenendaal melding van de operatie ”Desert Shield” tijdens de Eerste Golfoorlog (1990-1991). Op 17 november 1990 arriveert de eerste trein met Amerikaans materieel uit Duitsland in Venlo, bedoeld om overgebracht te worden naar de Perzische Golf. De verantwoordelijke NS-chef weet echter van niets, aldus de auteur. „Niemand had hem gewaarschuwd dat er extra treinen zouden komen. Binnen het NAVO-verdrag was bepaald dat de bondgenoten niet gewaarschuwd behoefden te worden bij militaire vervoeren van NAVO-partners en dat zij doorgang moesten verlenen aan dergelijke transporten. Als lid van de NAVO was Nederland natuurlijk verplicht om die doorgang mogelijk te maken, maar in dit geval was het natuurlijk wel handig geweest als de Nederlandse Spoorwegen tijdig waren gewaarschuwd om de trein verder naar Rotterdam te leiden, waar een Amerikaans vrachtschip klaarlag om de spullen naar de Golf te brengen.”
Zwartste bladzijde
De „zwartste bladzijde” in de historie van de Europese spoorwegen wordt wel gevormd door de functie die ze hebben vervuld in de Endlösung, de totale vernietiging van in de ogen van de nazi’s ongewenste bevolkingsgroepen. Daarvoor waren de spoorwegen „hard nodig”, stelt Veenendaal vast, ook de Nederlandse. In 2005 heeft de toenmalige leiding van de NS in het openbaar excuses aangeboden voor de rol die zij hebben gespeeld bij de uitroeiing van Joden en zigeuners.
Maar wat zijn excuses als je een passage als deze uit een brief van de Joodse Etty Hillesum vanuit Kamp Westerbork (24 augustus 1943) goed tot je laat doordringen: „De commandant rijdt nog een keer op een fiets de hele trein langs. Dan maakt hij een kort gebaar met de hand, als een vorst uit een operette, en een klein ordonnansje komt aangevlogen om hem eerbiedig de fiets af te nemen. De fluit slaakt een doordringende kreet, een trein met 1020 Joden verlaat Holland. De eis was dit keer niet eens groot: duizend Joden maar, die twintig zijn reserve voor onderweg, het is toch altijd mogelijk, dat er een paar sterven of doodgedrukt worden en zeker wel dit keer, nu er zoveel zieken meegaan zonder een enkele verpleegster. De helpers aan de trein ebben langzamerhand af, ze gaan hun slaapsteden opzoeken. Men ziet vele uitgeputte, bleke en lijdende gezichten. Er is weer een stuk van ons kamp geamputeerd, de volgende week een volgend stuk, dit beleven we hier nu langer dan een jaar, week aan week.”
De trein maakte Endlösung mogelijk
Boekgegevens
Sporen naar het front. Spoorwegen en oorlog, Guus Veenendaal; uitg. Wbooks, Zwolle, 2013; ISBN 978 90 663 0094 1; 168 blz.; € 22,50.