De informatie die de NVWA verzamelt, wil Dijksma gebruiken om de Chinese autoriteiten in te lichten, zodat die de illegale import van babyvoeding kunnen aanpakken. Pakken melkpoeder die in Nederland uit de supermarkt zijn gehaald, voldoen namelijk niet aan de Chinese etiketteringsvoorschriften.

„Daarmee is het niet langer lucratief om melkpoeder in Nederland te ronselen en in grote hoeveelheden naar China te zenden”, meent de staatsssecretaris.

Zij benadrukt dat er in de Nederlandse winkels nog steeds voldoende melkpoeder verkrijgbaar is, maar niet altijd van het gewenste merk. Dat levert teleurgestelde ouders op.

Tot tevredenheid van Dijksma hebben de fabrikanten toegezegd de productie van veel gevraagde merken verder op te voeren, zodat de Nederlandse markt beter wordt bediend. De winkeliers zullen op hun beurt beter gaan controleren of er klanten zijn die opmerkelijk veel melkpoeder willen kopen.

Nederlandse ouders kijken de laatste maanden regelmatig tegen vrijwel lege schappen aan. In veel winkels mogen klanten nog maar 1 of 2 pakken babyvoeding tegelijk meenemen.

De oorzaak van de schaarste ligt in China. Chinese ouders vertrouwen de flesvoeding uit eigen land niet meer, sinds enkele jaren geleden duizenden kinderen ziek werden door vergiftigde melkpoeder. Ze kopen liever babyvoeding van westerse merken.

Omdat die in China zelf veel duurder is dan in de westerse supermarkt, schakelen Chinese ouders verwanten in onder meer Nederland in om een voorraadje in te slaan en naar China te sturen. Handelaren ronselen met hetzelfde doel tussenpersonen die de winkels afschuimen.

In 2009 was de officiële export van babyvoeding vanuit Nederland naar China goed voor een omzet van 190 miljoen euro. In 2012 was de exportwaarde volgens Economische Zaken gestegen naar 520 miljoen euro.