In maart zei Ahold dat een onafhankelijke partij moest bepalen wat de afgetreden topman mee moest krijgen, omdat beide partijen er niet uit leken te komen. Dat is nog niet gebeurd, aldus Van der Hoeven vrijdag. Bescheiden glimlachend en met een rechte rug maakte hij in de rechtbank in Haarlem zijn rentree in de openbaarheid. Het was het eerste optreden van de oud-Aholdt-opman sinds de crisis bij het supermarktconcern eind februari losbarstte. Vol zelfvertrouwen stond hij de massaal toegestroomde pers te woord in de gang van de rechtbank, maar veel wilde hij niet kwijt.

„Omdat het belang van het bedrijf voorgaat op mijn persoonlijk zaken”, verklaarde hij zijn stilzwijgen. „Mijn hart ligt bij Ahold. Ik ga niet meedoen aan de polemiek rondom het bedrijf.”

Over de oorzaken van de crisis bij Ahold hield hij dan ook zijn kaken op elkaar. Volgens Van der Hoeven zijn de boekhoudschandalen het gevolg van „allerlei omstandigheden.” Wel zei hij zich „verantwoordelijk” te voelen. „Het is vreselijk wat er is gebeurd.” Over schuld wilde hij echter niet praten. Maar: „Ik kan mezelf recht in de spiegel aankijken”, klonk het ferm.

De voormalige bestuursvoorzitter moest voor de rechter-commissaris in Haarlem getuigen in de oude twist rondom de overname van een Argentijnse tak van D&S, een Zuid-Amerikaanse supermarktketen. De Chilenen willen nog 45 miljoen dollar van Ahold, omdat een deel van de overnamesom in peso’s is betaald terwijl afgesproken was in dollars te betalen.

Volgens de toenmalige topman van D&S, N. Ibanez, zouden toplieden van Ahold, onder wie Van der Hoeven, garant gestaan hebben voor die betaling. Van der Hoeven ontkende echter. Volgens hem was de Argentijnse Ahold-dochter Disco de eerstverantwoordelijke. Het ging vrijdag om een zogeheten voorlopig getuigenverhoor. Dat is bedoeld om bewijsmateriaal te verzamelen voor een rechtszaak.